Groeihormoonbehandeling bij kinderen
Alles wat leeft, groeit. Groei lijkt heel vanzelfsprekend maar eigenlijk is het een ingewikkeld en jarenlang proces dat heel bijzonder is. Pas als de groei van onze kinderen verstoord is of lijkt, maken we ons zorgen.
Wat is groei?
De groei is bij de mens onder te verdelen in zes stadia. Het snelst groeien we als foetus, maar ook als baby komen de centimeters er snel bij. Als peuter en tot aan je pubertijd gaat het weer wat langzamer en geleidelijker. In de pubertijd ga je nog een snelle groei door, de zogenoemde groeispurt om daarna nog gering of helemaal niet meer te groeien.
Je lichaam groeit gedurende al die jaren onder invloed van diverse factoren. Hormonen en de gezondheidstoestand spelen hierbij de belangrijkste rol.
Lengtegroei wordt bepaald door de groei van de botten, meer specifiek die van je benen, rug en hoofd. Als de pijpbeenderen – de lange botten– langer worden, groeit het lichaam in lengte. Het groeiproces van deze botten is een afspiegeling van de algehele groei van het kind. De groei zelf vindt plaats in de groeischijf. De groeischijf bestaat uit een aantal lagen kraakbeencellen. Wanneer deze cellen zich vermeerderen, duwen de nieuwe cellen de uiteinden van het bot naar buiten. Intussen sterven de oudere cellen af en worden omgezet in bot, zodat het middenstuk van het bot wordt verlengd. Dit proces herhaalt zich continu. Op den duur zorgt het proces van het vernieuwen van de kraakbeencellen en de botontwikkeling ervoor dat de pijpbeenderen steeds langer worden zodat het kind zichtbaar groeit.
Aan het eind van de puberteit stagneert het proces in de groeischijf en uiteindelijk stopt de aanwas van nieuwe kraakbeencellen. De overgebleven kraakbeencellen worden volwassen, sterven af en worden omgezet in bot, totdat de gehele groeischijf uit bot bestaat. Op dit moment smelten de uiteinden van het bot en het middenstuk samen zodat verdere groei niet meer mogelijk is.
Groei staat onder invloed van de aanmaak en afgifte van groeihormoon.
Streeflengte
Ieder mens is uniek. Of iemand groot of klein zal worden, wordt mede bepaald door erfelijke factoren. Zo kan de lichaamslengte van de vader en de moeder voorspellen hoe lang een kind kan worden. Ook geslacht en etnische achtergrond spelen een grote rol in het bereiken van je streeflengte.
Het groei- en ontwikkelingsproces kent voor ieder kind dezelfde volgorde, maar de snelheid en timing varieert per kind. Sommige kinderen ontwikkelen en groeien sneller in een bepaalde levensfase terwijl andere kinderen een groeispurt kennen op latere leeftijd.
Uiteindelijk gaat het er om dat het kind een normale groei kent en een gemiddelde lichaamslengte bereikt. Dus als het even kan niet te lang en niet te klein. Want onder invloed van sociaal-maatschappelijke verwachtingen wil niemand extreem groot of klein zijn.