Minister Borst wil actiever hiv-testbeleid
Onder zwangeren met een verhoogd risico wordt onder meer verstaan vrouwen afkomstig uit een gebied waar Aids veel voorkomt, vrouwen die intraveneus drugs gebruiken en vrouwen die een operatie of een bloedtransfusie hebben gehad in een land waar Aids veel voorkomt. Minister Borst baseert haar beleid op een advies van de Gezondheidsraad eerder dit jaar.
Als de seropositieve aanstaande moeder op tijd met medicijnen begint, de bevalling plaatsheeft via een keizersnede en het kind geen borstvoeding krijgt, is het mogelijk de overdracht van het HIV-virus van moeder op kind terug te brengen tot ongeveer 1% van de gevallen.
Minister Borst zal de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie, de Nederlandse Organisatie van Verloskundigen en het Nederlands Huisartsen Genootschap verzoeken om in het kader van de Wet Bevolkingsonderzoek een vergunning aan te vragen voor het uitvoeren van een actiever testbeleid.
In afwachting hiervan zal zij de Inspectie voor de Gezondheidszorg verzoeken niet op te treden tegen initiatieven die hierop vooruitlopen.
Kosten van testen op HIV via de beroepsgroepen (naar verwachting betreft het hier een kleine groep) komen voor rekening van ziektekostenverzekeraars. Daar tegenover staan besparingen op behandeling van kinderen met HIV met zeer dure geneesmiddelen bij dezelfde verzekeraars.
Daarnaast heeft de minister de Gezondheidsraad gevraagd haar aanvullend te adviseren over de kosten-effectiviteit van een actiever HIV-testbeleid voor overige risicogroepen, zoals mensen met een seropositieve partner en intraveneuze druggebruikers.
Daarbij is de vraag aan de orde of een overheid die een actiever testbeleid voorstaat er ook voor moet zorgen de nadelige gevolgen die uit dat testbeleid voortvloeien te ondervangen, zoals bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid, levensverzekeringen.