Nederlander onderschat gevolgen hart- en vaatziekten
Jongeren van 18-24 jaar (38%) weten dit bovendien minder goed dan ouderen (52%). Daarnaast weten ruim vier op de tien (38%) Nederlanders niet dat er momenteel in Nederland meer dan een half miljoen hartpatiënten zijn. Een meerderheid (55%) weet dit wel; mannen (60%) meer dan vrouwen (51%). Dit blijkt uit onderzoek dat het NIPO in opdracht van de Nederlandse Hartstichting heeft uitgevoerd.
De Nederlandse Hartstichting wil graag inzicht krijgen in de kennis over en de perceptie van hart- en vaatziekten. Hoewel de kennis van hoger opgeleiden over deze feiten beter is dan die van laag opgeleiden, worden in het algemeen de gevolgen van hart- en vaatziekten onderschat.
De Nederlandse Hartstichting vindt dit resultaat zorgelijk, want met 50.454 overledenen vormen hart- en vaatziekten de voornaamste oorzaak (37%) van vroegtijdig overlijden in Nederland. Tegelijkertijd neemt het aantal chronisch hart- en vaatpatiënten toe en wordt nu geschat op 630.000: 255.000 hartinfarctpatiënten, 150.000 hartfalen patiënten, 125.000 patiënten door boezemfibrilleren en 100.000 beroerte patiënten.
Volwassenen van 45 jaar en ouder (42%) denken minder vaak dan jongeren (55%) dat men een hartpatiënt voor het leven is. Mogelijk hebben zij hier zelf meer ervaring mee, of hebben zij er in hun omgeving vaker mee te maken gehad dan jongeren. De gevolgen van hart- en vaataandoeningen voor de patiënt worden in ieder geval ernstig onderschat.