Nieuw trainingsinstrument voor laparoscopie
Het aantal complicaties na een laparoscopie kan verminderd worden als een chirurg weet hoe hard hij met zijn instrument in het weefsel knijpt. Dat kan met een nieuw trainingsinstrument, dat een tastbare terugkoppeling geeft naar het handvat dat de chirurg vast heeft. Industrieel ontwerpster Eleonora Westebring-van der Putten heeft hiervoor een werkend prototype bedacht, waarop zij 24 januari promoveert aan de TU Delft.
De promovenda richtte zich in haar onderzoek op het verbeteren van de knijpkracht-controle en het aanleren hiervan, door de chirurg voelbare fysieke terugkoppeling te geven via zijn instrument. Experimenten laten zien dat deze feedback een goede manier is voor chirurgen van alle niveaus om het doseren van laparoscopische knijpkrachten beter onder de knie te krijgen.
Hoe werkt het?
In de tip van het instrument zitten sensoren die meten hoe hard de chirurg knijpt. Deze informatie wordt teruggekoppeld naar het handvat. Daar zit onder meer een cilinder in die langs de hand kan draaien, wat het gevoel geeft alsof er iets uit je hand valt. De cilinder geeft op die manier dus aan dat de chirurg te weinig grip heeft en dus te zacht knijpt. Ook zitten er trilelementen in het handvat die beginnen te trillen als de chirurg te hard knijpt. Daarbij wordt rekening gehouden met hoe hard de chirurg trekt. Daarnaast wordt er rekening gehouden met het soort weefsel waar de chirurg in opereert.