‘Verloop van dikkedarmkanker beter te voorspellen’
Het ziekteverloop bij dikkedarmkanker is door een nieuwe ontdekking van Maastrichtse onderzoekers beter te voorspellen. Dit maakt het mogelijk om de behandeling tijdig aan te passen.
De onderzoekers analyseerden het DNA van 137 verschillende stukjes dikkedarmkanker. Het onderzochte materiaal was al meer dan dertig jaar bewaard. Hierdoor kon er een onderscheid gemaakt worden tussen weefsel van mensen die de darmkanker wel of niet overleefd hadden. Vervolgens werd er gekeken hoe die weefsels van elkaar verschillen, met name in hun chemische samenstelling.
Meer kans op terugkeer door afwijkend gen
Het bleek dat mensen met dikkedarmkanker in stadium II én met een zogeheten methylering van het CHFR-gen, vaker een slechter ziekteverloop hadden. Dit impliceert dat mensen waarbij deze verandering in het DNA optreedt, meer kans hebben op een ernstiger ziekteverloop. Deze verandering is echter goed op te sporen, wat zou betekenen dat je er vroegtijdig op in kunt spelen.
Operatie aanvullen met chemotherapie
Het blijkt dat mensen met een verhoogde kans op terugkerende dikkedarmkanker er baat bij hebben om naast een operatieve verwijdering van het tumorweefsel, ook chemotherapie krijgen. Dit zou de kans op terugkeer namelijk verminderen. Dit wordt normaal gesproken niet standaard gedaan, maar wanneer met de test van te voren voorspelt kan worden wie meer risico op terugkeer loopt, kan dan al preventief chemo krijgen. De onderzoekers benadrukken wel dat er nog meer onderzoek nodig is om vast te stellen of extra chemotherapie bij deze groep patienten inderdaad tot minder uitzaaiingen leidt.