Vrouwelijke kankerpatiënten onvoldoende op de hoogte over behouden vruchtbaarheid
Veel jonge vrouwelijke kankerpatiënten zetten hun kinderwens definitief in de koelkast na de behandeling. Maar zo’n chemotherapie of bestraling hoeft niet noodzakelijkerwijs tot onvruchtbaarheid te leiden, stelt Lobke Bastings in haar promotieonderzoek. Vrouwen zouden daar beter over voorgelicht moeten worden. Nu krijgt slechts één op de tien vrouwelijke kankerpatiënten informatie over mogelijkheden om de vruchtbaarheid te behouden.
Bastings onderzoek laat zien dat in 2011 minder dan tien procent van de vrouwelijke kankerpatiënten is doorverwezen naar een gynaecoloog. Voor meisjes ligt dit percentage zelfs nog een stuk lager. “Dat is echt veel te weinig”, zegt Bastings. “Wij vinden dat patiënten die worden behandeld met het oog op genezing altijd geïnformeerd moeten worden over de bestaande mogelijkheden om hun vruchtbaarheid te behouden. Behalve als ze zelf aangeven, dat ze daarin niet geïnteresseerd zijn. Bij een optimale optimale doorverwijzing zou volgens ons 70 tot 80 precent van de vrouwen onder de 40 bij wie kanker is geconstateerd willen weten wat de mogelijkheden zijn om vruchtbaar te blijven. In absolute getallen: dat zijn 1600 tot 1900 meisjes en vrouwen per jaar. En naar verwachting kiest dan de helft voor één van de beschikbare technieken.”
Eicellen, embryo’s en eierstofweefsel invriezen
Het invriezen van eicellen, embryo’s en stukjes eierstokweefsel zijn de drie bekendste vruchtbaarheidstechnieken. Voordat de behandeling begint, start al het vruchtbaarheidstraject. Knapt de patiënt op na de behandeling en is ze inderdaad onvruchtbaar geworden, dan kunnen bevruchte eicellen of embryo’s in de baarmoeder worden geplaatst. Net zoals bij IVF. Ook kunnen stukjes eierstokweefsel teruggeplaats worden, maar daar kleven meer risico’s aan. Afhankelijk van het type kanker kan in het weefsel nog kankercellen zitten. Bastings: “Bij leukemiepatiënten raden we deze optie af. Ook bij maag-, darm- en baarmoederkanker is de kans op terugkeer aanzienlijk. Bij een lymfoom is de kans beperkt en borst- en baarmoederhalskanker zitten daar tussenin.”