Neuromusculaire aandoeningen
Wat zijn neuromusculaire aandoeningen?
De term neuromusculaire aandoeningen omvat verschillende aandoeningen aan zenuwen (neuro) en spieren (musculair). Deze aandoeningen worden vaak spierziekten genoemd. Omdat bij veel neuromusculaire aandoeningen meer lichaamsweefsels betrokken zijn dan de spieren, is gekozen voor de term neuromusculaire aandoeningen. Er zijn veel verschillende neuromusculaire aandoeningen bekend. Afhankelijk van de manier van indelen zijn er 200 tot 600 vormen bekend. In academische ziekenhuizen worden neuromusculaire aandoeningen geregistreerd op basis van de indeling van Walton. Hierbij wordt uitgegaan van 600 verschillende ziektebeelden. Neuromusculaire aandoeningen worden globaal verdeeld in vier groepen:
- Afwijkingen in de overgang van het ruggenmerg naar de zenuw.
- Afwijkingen in zenuwen, waardoor de spierkracht afneemt.
- Afwijkingen in de overgang van zenuwen naar spieren, waardoor signalen van de zenuwen niet goed doorkomen in de spieren. Ook hier neemt de spierkracht af.
- Afwijkingen in de spieren zelf, waardoor ze niet goed werken.
Een meer verfijndere indeling van spierziekten vind je elders in dit onderwerp.
Beschrijving van neuromusculaire aandoeningen
De groep neuromusculaire aandoeningen omvat een groot aantal uiteenlopende ziektebeelden. Sommige zijn heel ernstig, andere geven nauwelijks of geen klachten. Het grootste deel van deze neuromusculaire aandoeningen is erfelijk. Van elke 1400 kinderen die levend worden geboren, heeft er één een neuromusculaire aandoening. Bepaalde neuromusculaire aandoeningen komen alleen bij kinderen voor.
Bij neuromusculaire aandoeningen kunnen complicaties ontstaan zoals een verkromming van de wervelkolom (scoliose), holvoeten, ademhalingsstoornissen of hartaandoeningen. Sommige neuromusculaire aandoeningen gaan samen met aangeboren gewrichtsafwijkingen (arthrogryposis multiplex congenita).
De informatie over het onderwerp neuromusculaire aandoeningen is bedoeld als aanvulling op het gesprek met je arts. Deze algemene informatie kan niet altijd recht doen aan iedere individuele situatie. Heb je na het lezen van de informatie nog vragen, dan kun je die stellen aan je arts. De teksten zijn gebaseerd op voorlichtingsmateriaal van de Vereniging Spierziekten Nederland.