Complicaties en bijwerkingen bij bekkenbodem- en incontinentieoperaties
Bij elke operatie kunnen complicaties en bijwerkingen optreden, dus ook bij bekkenbodemoperaties. Wij beschrijven de meest voorkomende complicaties en bijwerkingen bij bekkenbodemoperaties en incontinentieoperaties hieronder. Neem in elk geval contact op met je gynaecoloog of het ziekenhuis als je koorts krijgt of als de pijn erger wordt.
Blaasontsteking
Een blaasontsteking is een veel voorkomend probleem na een bekkenbodemoperatie. Daarom wordt de urine vaak in het ziekenhuis gecontroleerd. Zo nodig krijg je een antibioticum. Een blaasontsteking is daarmee goed te behandelen.
Problemen met het op gang komen van zelf plassen
Door verandering van de plaats van de urinebuis of door vernauwing is het soms moeilijk na de operatie de blaas te legen. Dit komt zowel voor na operaties voor urine-incontinentie als na operaties voor een verzakking. In dat geval krijg je voor een wat langere tijd opnieuw een katheter. In een enkel geval ga je met een katheter naar huis. Vrijwel altijd is dit tijdelijk.
Urine-incontinentie
Alhoewel bekkenbodemoperaties soms als doel hebben ongewild urineverlies te verminderen, treedt soms ongewild urineverlies op als complicatie van een verzakkingsoperatie. Het is niet duidelijk waardoor deze complicatie ontstaat en het is dus ook niet altijd te voorkomen. Het urineverlies is meestal niet ernstig. In uitzonderingsgevallen ontstaat ernstig urineverlies na een verzakkingsoperatie.
Moeite met de ontlasting
Na een operatie om een verzakking van de darm te verhelpen, kun je moeite hebben om je ontlasting kwijt te raken. Deze klachten verdwijnen meestal spontaan na drie tot zes maanden.
Nabloeding
Een nabloeding is een vrij zeldzame complicatie bij bekkenbodemoperaties. Bij operaties via de vagina is het vaak voldoende (opnieuw) een tampon in te brengen. Soms is een tweede operatie noodzakelijk.
Seksuele problemen
Bij een bekkenbodemplastiek wordt de ingang van de vagina vernauwd om de bekkenbodem meer stevigheid te geven. De ingang van de vagina wordt hierdoor kleiner. De gynaecoloog probeert de ingang van de vagina ruim genoeg te houden voor het hebben van gemeenschap. Soms is het resultaat toch anders dan verwacht. Ook kan in een enkel geval de vagina korter zijn geworden. Aarzel niet om bij seksuele problemen een nieuwe afspraak met de gynaecoloog te maken om hierover te praten. Vaak zijn er verschillende behandelingsopties.
Terugkerende klachten
Ook na een geslaagde operatie kunnen jaren later opnieuw klachten ontstaan. Dit komt omdat bij een operatie de oorzaak van de verzakking of van het urineverlies niet wordt weggenomen. De gynaecoloog herstelt alleen de bekkenbodem. Jammer genoeg bestaan er geen behandelingen waardoor de problemen definitief niet meer terugkomen. Ook na verwijdering van de baarmoeder kan nog een verzakking van de top van de vagina optreden. Als je denkt dat er sprake is van een nieuwe verzakking, aarzel dan niet om dit met de huisarts te bespreken.
Laatst bijgewerkt op 3 augustus 2018