Complicaties bij het inbrengen van een blaaskatheter
Door het inbrengen van een blaaskatheter kun je last krijgen van verschillende complicaties, zoals:
- Urineweginfecties
- Blaaskramp
- Lekkage of verstopping van de katheter
Hiernaast kan bij een blaaskatheter via de urinebuis het slijmvlies van de urinebuis geïrriteerd of beschadigd worden. Dit veroorzaakt pijn, irritatie en soms bloedingen en afscheiding. Bij blaaskatheterisatie via de buikwand kan bloedverlies uit de blaas optreden door de punctie. Ook kunnen de omliggende weefsels worden beschadigd.
Het ballonnetje aan het einde van de katheter moet voorkomen dat de katheter uit de blaas valt, maar soms gebeurt dit toch. Er moet dan binnen twee uur een nieuwe katheter worden ingebracht. Duurt dit langer, dan wordt het lastiger de katheter weer terug in te brengen.
Neem direct contact op met je arts:
- Als de katheter verschoven is
- Als de katheter verstopt is
- Als je buikpijn hebt
- Als je urine donkerrood kleurt
- Als je koorts hoger dan 38,5 oC hebt
Herstel na het inbrengen van de blaaskatheter
Na het inbrengen van een blaaskatheter kun je het gevoel hebben dat je moet plassen. Dit is een reactie van de blaas op de katheter. Als de katheter langdurig moet blijven zitten, moet deze om de zes tot acht weken vervangen worden. Thuis moet je de blaaskatheter twee keer per dag verzorgen. Was hierbij de huid rond de plaats waar de blaaskatheter naar buiten komt met lauwwarm water en droog hierna goed af. Was altijd je handen voor en na het loskoppelen, en bij het leegmaken of verwisselen van de katheterzak.
Laatst bijgewerkt op 20 mei 2019