Wat zijn de bijwerkingen?
Er worden twee soorten bijwerkingen onderscheiden: lokaal en systemisch.
Lokale bijwerkingen
Lokaal wil zeggen dat bijwerkingen optreden op de plaats waar het corticosteroïd gesmeerd wordt. Het betreft dan met name verdunning van de huid (atrofie). Daarnaast kan de huid gevoelig worden en kleine rode vaatverwijdingen (couperose) gaan tonen. Ook kunnen haartjes harder gaan groeien. Deze lokale bijwerkingen treden alleen op wanneer hormoonzalven langdurig (maanden tot jaren) dagelijks gesmeerd worden. Met name het gelaat, maar ook de uitwendige geslachtsdelen en de huid in en bij de lichaamsplooien zijn gevoeliger voor lokale bijwerkingen. In en bij de lichaamsplooien kunnen striae ontstaan, strepen zoals men die kan zien ontstaan op de buik van een zwangere vrouw. Op de handpalmen en voetzolen, waar de huid van nature dik is, treedt zelden verdunning van de huid op. Na hoeveel tijd lokale bijwerkingen zullen optreden is afhankelijk van de frequentie van smeren en van de sterkte van het hormoon. Hydrocortison-acetaat, een klasse I preparaat, veroorzaakt zelden lokale bijwerkingen, een klasse IV preparaat al na weken tot maanden. Het optreden van atrofie is iets dat geleidelijk aan gebeurt. In de beginfase zal de huid zich nog kunnen herstellen. Pas wanneer het preparaat maanden tot jaren achtereen wordt gebruikt, wordt de huid echt onherstelbaar beschadigd. Wanneer in de onderhoudsfase intervalbehandeling toegepast wordt (bijvoorbeeld driemaal per week éénmaal per dag), treden lokale bijwerkingen vrijwel nooit op, ook niet na lange tijd.
Systemische bijwerkingen
Systemische bijwerkingen zijn algemene bijwerkingen. Deze ontstaan doordat de corticosteroïden die op de huid worden aangebracht, door de huid heengaan en in het bloed terechtkomen. Dit kan aanleiding geven tot systemische (algemene) bijwerkingen zoals dikker worden van het gelaat, botbreuken en bij kinderen groeiremming. Bij volwassenen treden deze systemische bijwerkingen haast nooit op mits men niet meer smeert dan de toegestane maximum hoeveelheid per week. Kinderen zijn gevoeliger voor systemische bijwerkingen, omdat ze in vergelijking met hun gewicht een relatief groot lichaamsoppervlak hebben en omdat hun huid dun is, zodat meer van het hormoon door de huid heen gaat. Bij kinderen is men dus voorzichtiger met de toegestane maximum hoeveelheid corticosteroïd-preparaat per week en de sterkte van het te smeren preparaat. Door het bijhouden van een groeicurve (door consultatiebureau of behandelend arts) kan een groeiremming tijdig worden opgemerkt. De groeiachterstand wordt later weer ingehaald. Deze tekst is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
Bron: Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie