Na de verzakkingsoperatie
Na de operatie brengt de verpleegkundige u naar de uitslaapkamer, waar u bijkomt van de verdoving. Als alles goed gaat, brengt de verpleegkundige u weer terug naar de verpleegafdeling.
U kunt pijn hebben in de onderbuik en schaamstreek. Vraag gerust om pijnstillers als u hier veel last van heeft. Verder heeft u waarschijnlijk een tampon in de vagina, die een eventuele bloeding moet stoppen. Die tampon wordt de ochtend na de operatie door de verpleegkundige weer verwijderd.
Mogelijk heeft u ook een slangetje in de plasbuis om de urine uit de blaas af te voeren. Dit is een blaaskatheter. Deze moet soms een aantal dagen blijven zitten. Als u na het verwijderen van de katheter niet meteen zelf kunt plassen, krijgt u opnieuw een katheter. Soms ontstaat er een blaasontsteking. Dan krijgt u een kuur met een antibioticum.
Naar huis
Na een verzakkingsoperatie mag u meestal op de tweede of derde dag na de operatie naar huis.
Voordat u uit het ziekenhuis ontslagen wordt, krijgt u een afspraak om op controle te komen bij de gynaecoloog. Dit is meestal ongeveer zes weken na de operatie. U blijft in elk geval tot een jaar na de operatie onder controle van uw behandelend arts.