Soorten operaties bij verzakking
Het doel van de operatie bij een verzakking is de verzakte organen zoveel mogelijk hun normale plaats teruggeven en klachten verminderen.
Een operatie helpt meestal goed tegen de klachten van een verzakking. Soms gaat een verzakking zelfs helemaal over. Aan de andere kant brengt een operatie altijd risico’s met zich mee en zijn er geen garanties op een volledig herstel van de klachten. Een verzakking is niet gevaarlijk voor uw gezondheid. U kunt dus rustig de tijd nemen om de voor- en nadelen van een operatie tegen elkaar af te wegen.
Bij verzakkingen zijn verschillende operaties mogelijk. Voor welk type operatie u in aanmerking komt is onder andere afhankelijk van het orgaan dat verzakt is. Het kan gaan om de baarmoeder, de vaginavoorwand en de blaas, of de vagina achterwand, meestal met de dikke darm en soms de dunne darm. Als er meer organen tegelijk zijn verzakt, kan een combinatie van operaties nodig zijn. Hieronder leest u welke verschillende operaties mogelijk zijn:
Verschillende typen operaties
Baarmoeder
U kunt een verzakte baarmoeder in zijn geheel laten weghalen of vast laten zetten aan een stevige bindweefselband in het bekken. De chirurg kan ook alleen de baarmoedermond weghalen en de te losse banden - waarmee de baarmoeder in de buik is ‘opgehangen’- korter maken. Welke van deze operaties het beste is bij een baarmoederverzakking, hangt af van uw persoonlijke situatie. Uw gynaecoloog bespreekt dit met u.
Vaginavoorwand met de blaas
Bij een verzakking van de vaginavoorwand en de blaas wordt vaak een operatie gedaan die voorwandplastiek heet. De gynaecoloog maakt hierbij een snee in het midden van de voorwand van de vagina en duwt de blaas terug naar de normale plek. Enkele hechtingen houden de blaas op de goede plaats. De gynaecoloog verstevigt het gebied tussen de vaginavoorwand en de blaas met hechtingen. Daarmee worden nieuwe verzakkingen zo veel mogelijk voorkomen.
De vaginavoorwand is door de verzakking wat uitgerekt. De gynaecoloog kan een stuk weghalen en de wand daarna met hechtingen weer dicht maken. Soms is het weefsel tussen de vaginavoorwand en de blaas erg zwak, bijvoorbeeld als de verzakking is teruggekomen na een eerdere operatie. Dan kan een kunststof matje het weefsel verstevigen.
Vagina-achterwand met dikke darm en eventueel dunne darm
De operatie bij een verzakte vagina-achterwand is vergelijkbaar met de voorwandplastiek. Deze ingreep heet achterwandplastiek. Ook hier kan de gynaecoloog een kunststof matje gebruiken ter versteviging. De ingang van de vagina is soms erg wijd. De bekkenbodemspieren zijn verslapt of bij een bevalling ingescheurd. Dan is naast de achterwandplastiek een bekkenbodemplastiek mogelijk. De gynaecoloog maakt de natuurlijke opening in de bekkenbodem steviger en zo nodig nauwer.
Kunststof matjes
Met een kunststof matje kan de gynaecoloog de bekkenbodem steviger maken. Dit verkleint de kans dat de verzakking terugkomt. Een operatie met een matje wordt overwogen wanneer u een verhoogt risico heeft op terugkeer van de verzakking of wanneer u al eens eerder bent geopereerd aan een verzakking. Uw behandelend arts adviseert u hierover.
Het kunststof matje neemt echter wel extra risico’s met zich mee. Het kunststof matje wordt pas sinds enkele jaren regelmatig gebruikt. We weten daardoor nog niet wat de effecten zijn op lange termijn.
Buikoperatie
Soms is een operatie via de buik beter dan via de vagina. Bijvoorbeeld bij een ingewikkelde verzakking. Of als u al eerder bent geopereerd voor een verzakking. Soms is dan een kijkoperatie mogelijk, waarbij de arts twee of drie kleine sneetjes in de buik maakt. Kan dit niet, dan maakt de chirurg een grotere snee in de buikwand. Bij deze ingewikkeldere operaties zet de arts vaak een kunststof matje in de buik, waarmee hij de verzakking ‘ophangt’ aan de voorkant van de wervelkolom.
Zwanger
Vertel het uw arts wanneer u ze zwanger bent of zou kunnen zijn. Deze ingreep wordt over het algemeen niet uitgevoerd als u zwanger bent.
Preoperatief spreekuur
Voordat u geopereerd wordt, gaat u langs bij de anesthesioloog. U krijgt uitleg over de verschillende mogelijkheden van anesthesie en verdoving. De meest gebruikelijke vorm van verdoving bij deze operaties is een ruggenprik. Maar u mag waarschijnlijk zelf kiezen tussen een algehele verdoving (narcose) of een ruggenprik. Bij een ruggenprik is alleen uw onderlichaam verdoofd. U blijft dan tijdens de operatie bij bewustzijn, maar u voelt geen pijn.
Bovendien hoort u tijdens het gesprek met de anesthesioloog hoelang u voor de operatie nuchter moet zijn en bespreekt de anesthesioloog uw gezondheidstoestand met u.
Nuchter zijn
Het is de bedoeling dat u op de dag van de operatie nuchter bent. Dat wil zeggen dat u zes uur voor de opname niet meer mag eten en vier uur voor de opname niet meer mag drinken.