Complicaties infuus
Een infuus inbrengen verloopt bijna altijd zonder complicaties. Een klein deel van de mensen krijgt te maken met de volgende complicaties bij een infuus:
- Het moeizaam inbrengen van het infuus
Als een bloedvat moeilijk bereikbaar is, zijn er soms meerdere pogingen nodig om het infuus in te brengen. Als het na een aantal pogingen niet lukt, komt er altijd een collega om het over te nemen.
- Een geïrriteerd bloedvat
Wanneer irritatie ontstaat verwijdert de specialist direct het infuus. Bij irritatie van het bloedvat kan er aderontsteking ontstaan.
- Onderhuidse lekkage van infuusvloeistof
De infuusvloeistof kan lekken. De vloeistof komt dan wel onder de huid terecht, maar niet in het bloedvat. Regelmatig controleert de specialist het infuus op lekken. Als het infuus lekt, haalt de specialist het infuus weg.
- Bloedbaaninfectie
Bij centrale infusen is er kans op een bloedbaaninfectie. Om te voorkomen dat dit gebeurt blijft een infuus niet langer dan vijf à zeven dagen zitten. Wanneer er wel een bloedbaaninfectie optreedt, is dit te behandelen met een antibioticakuur.
Aderontsteking na infuus
Een mogelijke complicatie na een infuus is aderontsteking (flebitis). Hierbij is het bloedvat waar het infuus heeft ingezeten ontstoken. Een aderontsteking kenmerkt zich door irritatie en roodheid van de insteekplaats van het infuus. De ontsteking kan uitbreiden naar naastliggende aders. Deze aders zetten op en zijn warm en pijnlijk. Je kunt de aderontsteking behandelen met een crème met antistollingsmiddel en/of ontstekingsremmer. Daarnaast helpen pijnstillers om de pijn te onderdrukken. Het herstel van een aderontsteking kan weken tot maanden duren.
Laatst bijgewerkt op 19 april 2018