Zelfinseminatie

Zelfinseminatie kun je thuis uitvoeren. Dit is bijvoorbeeld mogelijk wanneer je zelf een donor hebt. Bij zelfinseminatie breng je zelf, zonder geslachtsgemeenschap, sperma in de vagina. Dit kan in de vorm van een spuit met catheter of pipet. Je insemineert het sperma drie keer per cyclus, om de dag en in de vruchtbare periode. Heb je bijvoorbeeld een cyclus van 28 dagen? Dan vindt de eisprong op de veertiende dag plaats. In dat geval insemineer je op de elfde, dertiende en vijftiende dag.

Slagingskans zelfinseminatie vergroten

Er is een aantal factoren die de slagingskans van zelfinseminatie kan vergroten. Heb je bijvoorbeeld al een vruchtbaarheidsonderzoek ondergaan? Wanneer je niet weet waar het probleem ligt, weet je ook niet of zelfinseminatie aan zal slaan. Denk bij zelfinseminatie aan de volgende aspecten:

• Insemineer in de vruchtbare periode. In het gunstigste geval begin je drie dagen voor de verwachte eisprong met insemineren. Je gaat vervolgens door tot en met één dag na de verwachte eisprong.
• Seksuele opwinding bij de vrouw speelt een belangrijke rol om de kans op slagen te vergroten. Door de opwinding verandert vaginaal slijm, waardoor het meestal beter doorgankelijk is voor zaadcellen.
• Tijdens het orgasme maakt de baarmoedermond peristaltische bewegingen. Dit betekent dat de baarmoedermond samentrekt en vervolgens verslapt. De zaadcellen worden hierdoor als het ware naar voren geduwd. Door de peristaltische bewegingen kun je het best voor of tijdens het orgasme insemineren.
• In de eerste zaadlozing bevinden zich zo’n 200 tot 300 miljoen zaadcellen. Een tweede zaadlozing bestaat uit aanzienlijk minder zaadcellen, waardoor de kans op bevruchting afneemt. Het is daarom belangrijk dat de donor twee tot drie dagen voor masturbatie geen zaadlozing heeft gehad. De laatste zaadlozing dient de donor tussen twee en zeven dagen geleden te hebben gehad.
• Voor het opvangen van sperma gebruik je een potje met een deksel. Deze moet schoon, droog en niet te koud zijn. Maak het potje alleen met heet en lauw water schoon. Gebruik geen zeep! Zeep heeft namelijk een negatieve uitwerking op sperma. Ook waterresten kunnen sperma aantasten. Laat daarom het potje drogen door de lucht. Je kunt de spuit of pipet het best eenmalig gebruiken.
• Wanneer het sperma na masturbatie is vrijgekomen en in het potje zit is het belangrijk zo snel mogelijk te insemineren. Bewaar het sperma in de tussentijd op kamertemperatuur. Pak voor het insemineren het potje en maak rustige ronddraaiende bewegingen, zodat het er waterig gaat uitzien. Je kunt nu insemineren.
• Zuig met de spuit of pipet het sperma op. Ga in een makkelijke houding liggen, bijvoorbeeld met een kussen onder je heupen, zodat je bekken omhoog komt. Breng vervolgens het spuitje of pipet in de vagina. Zorg bij het inbrengen ervoor dat je in de ballon van de pipet kunt knijpen. Vervolgens spuit je het sperma in de vagina. Bij een pipet moet je de handeling soms een keer herhalen, omdat niet alle sperma in de pipet past. Blijf daarna ongeveer tien minuten liggen. Het is normaal als bij het opstaan sperma uit de vagina loopt.