Complicaties bij een pacemakerimplantatie
Complicaties die bij een implantatie van een pacemaker kunnen optreden, zijn:
- Infectie van de wond
Er bestaat een kleine kans op infectie van de wond. Om de kans zo klein mogelijk te maken krijgt ur voor en tijdens de behandeling antibiotica. - Bloeduitstorting
De arts maakt ruimte onder de huid om de pacemaker te plaatsen. Hierbij kunnen er bloedvaatjes worden geraakt waardoor er een bloeduitstorting ontstaat. Deze gaat meestal na een paar dagen weer over. In dit geval krijgt u na de behandeling drukverband op de wond. - Klaplong
Doordat de arts een ader nabij uw longen moet aanprikken, kan het voorkomen dat het longvlies wordt geraakt. Hierdoor kan een (gedeeltelijke) klaplong ontstaan. Deze complicatie komt zelden voor. Of de long bij het prikken geraakt is, wordt na afloop gecontroleerd met een röntgenfoto. - Tamponnade
Bij het aanbrengen van de elektroden kan per ongeluk de hartkamerwand geraakt worden. Hierdoor stroomt er bloed in het hartzakje waardoor de hartfunctie kan verminderen. Deze complicatie komt zelden voor en kan met een punctie behandeld worden. Onder verdoving wordt dan met een diepe naald bloed uit het zakje weggezogen.