Herstel na de stamceltransplantatie
Na de transplantatie duurt het ongeveer tien tot twintig dagen voordat de nieuwe stamcellen zich in het beenmerg genesteld hebben en nieuwe bloedcellen aanmaken. Het beenmerg ligt gedurende deze periode stil. Hierdoor neemt het aantal bloedcellen sterk af. Door het afgenomen aantal witte bloedcellen krijg je een sterk verminderde weerstand. Er worden allerlei voorzorgsmaatregelen genomen om het risico op infecties zo klein mogelijk te maken. Zo verblijf je in een isolatiekamer en krijg je kiem-arm voedsel en medicijnen om infecties te voorkomen.
Hiernaast zijn ook het aantal rode bloedcellen en bloedplaatjes verminderd. Hierdoor kun je last krijgen van bloedarmoede en bloedingen. Als het nodig is, wordt dit behandeld met een bloedtransfusie.
Als de stamcellen zich genesteld hebben, begint de aanmaak van bloedcellen. Wanneer er verder geen complicaties zijn, kun je na drie tot vijf weken naar huis. Je moet nog wel regelmatig naar het ziekenhuis voor controles. Het herstel duurt bij een autogene stamceltransplantatie ongeveer een half jaar en bij een allogene transplantatie een jaar. Hierna moet je opnieuw gevaccineerd worden tegen kinderziekten, omdat de geheugencellen van je immuunsysteem zijn verwijderd.