Lithium
Wijze en duur van toediening
Lithium wordt ingenomen als tablet, capsule of drank. Het moet dagelijks worden ingenomen. De hele dagdosis mag in één keer worden ingenomen, bij voorkeur ''s avonds. Wanneer lithium een dag wordt vergeten, mag het niet de volgende dag worden 'ingehaald ', dat wil zeggen, er mag per dag niet meer worden ingenomen dan de afgesproken dagdosering. Als lithium als stemmingsstabilisator aanslaat en het goed wordt verdragen, dan wordt aangeraden het langdurig te blijven gebruiken. Indien je desondanks toch wilt proberen met lithium te stoppen, dan dien je dit in overleg met je behandelend psychiater te doen en zeker niet door acuut te stoppen. Plotseling stoppen met lithium kan er namelijk toe leiden dat de ziekte versneld weer terugkeert. Ook kan het zijn dat, als je stopt met lithium en het na verloop van tijd toch weer wilt gaan gebruiken, lithium dan niet of niet zo goed meer werkt als tevoren.
Werking
Lithium is werkzaam bij acute manieën en depressies en kan toekomstige manieën en depressies voorkomen. Hoe lithium werkt is nog niet duidelijk.
Bijwerkingen
De meest voorkomende bijwerkingen van lithium zijn:
- misselijkheid
- droge mond
- dorst
- veel plassen
- veel drinken
- gewichtstoename
- huidafwijkingen:acne en psoriasis
- beven met name van de handen
- vergroting van de schildklier en
- trager werkende schildklier
De verschijnselen die kunnen optreden bij een te traag werkende schildklier zijn moeheid en traagheid, terwijl ook depressieve verschijnselen kunnen voorkomen.
Wat is er aan deze bijwerkingen te doen?
Op de eerste plaats moet geprobeerd worden met een zo laag mogelijke dosis lithium uit te komen. Als dan nog steeds bijwerkingen bestaan kan eventueel het volgende geprobeerd worden. Misselijkheid kan bestreden worden door de lithium in te nemen met wat voedsel. Een droge mond kan bestreden worden met (suikervrije)kauwgom. Het dorstgevoel kan bestreden worden met een schijfje citroen of een blokje ijs in de mond. Bij gewichtstoename moet men letten op (ongemerkt) verhoogd caloriegebruik en eventueel kan men een diëtist raadplegen. Beven kan worden bestreden met het medicijn propranolol. Een te traag werkende schildklier is geen reden om met de lithium te stoppen; wel dient naast de lithium extra schildklierhormoon te worden gebruikt.
Een lithiumvergiftiging
Indien je te veel lithium in je bloed krijgt kan een lithiumvergiftiging optreden. Dit is, zonder tegenmaatregelen, een ernstige toestand waardoor blijvende schade kan optreden. Vergiftigingen kunnen geleidelijk ontstaan. Soms heeft de omgeving het eerder in de gaten dan de patiënt zelf. De oorzaak is meestal dat men te weinig vocht en zout inneemt (of te veel vocht verliest) bij een gelijkblijvende inname van lithium. Ook kan een vergiftiging optreden als iemand te veel lithium inneemt. Vooral bij ouderen kunnen verschillende factoren tegelijkertijd aanwezig zijn. Door zorgvuldig met lithium om te gaan is een vergiftiging vrijwel altijd te voorkomen. De kans op een vergiftiging neemt toe in de volgende situaties:
- Buikloop (diarree) en braken bijvoorbeeld bij een buikgriep of een voedselvergiftiging
- overmatig vochtverlies door transpireren, bijvoorbeeld bij intensief sporten, bezoek aan de sauna, vakantie in een warm land en zware spierarbeid, zonder dat voldoende gedronken wordt en extra zout wordt gebruikt
- extreem vermageringsdieet of zoutarm dieet
- eetlustverlies bijvoorbeeld tijdens een acute ziekte of hoge koorts
- gebruik van bepaalde medicijnen zoals plastabletten, bepaalde pijnstillers (niet bij paracetamol!), bepaalde medicijnen tegen hoge bloeddruk en bepaalde antibiotica
Verschijnselen van een lithiumvergiftiging kunnen zijn:
Toename van gewone bijwerkingen zoals:
- flink beven, misselijkheid, braken, buikkramp en diarree, daarnaast
- concentratieverlies, sloomheid, sufheid en slaperigheid
- een zwaar gevoel in armen en benen, spierzwakte
- een onzekere 'dronkemans ' gang en/of 'dronkemans 'spraak en tenslotte
- verwardheid, spiertrekkingen en toevallen.
Als één of meer van deze verschijnselen optreden dient de inname van lithium tenminste tijdelijk gestopt te worden en dient tegelijkertijd de psychiater en/ of huisarts gewaarschuwd te worden. Daarnaast kan men alvast extra zout en vocht innemen bijvoorbeeld in de vorm van een of twee koppen bouillon.
Controles bij het gebruik van lithium
Bij het gebruik van lithium moet regelmatig (aanvankelijk wekelijks, later elke maand, later elke 3 tot maximaal 6 maanden) de hoeveelheid lithium in het bloed bepaald worden om te zien of deze niet te hoog of te laag is. Een buisje bloed moet 12 uur plus/min 1 uur na de laatste inname worden afgenomen. Verder worden in het bloed de nier-en schildklierfunctie gecontroleerd. Ook wordt het gewicht in de gaten gehouden.