Borstkanker - operatie
Bijna altijd volgt een operatie wanneer de diagnose borstkanker is gesteld. Afhankelijk van de hoeveelheid tumoren die in je borst zitten en de grootte ervan, wordt gekozen voor een borstbesparende operatie of een borstamputatie
Borstbesparende operatie
Bij een borst besparende operatie wordt alleen de tumor en ongeveer een halve tot één centimeter omliggend weefsel verwijderd. Als het mogelijk is om de borst te behouden kan een borst besparende operatie worden gedaan. Eén van de eisen is dat de tumor volledig verwijderd moet kunnen worden, terwijl de borst er naderhand cosmetisch nog redelijk uit zal zien. Als de tumor groter is dan drie tot vijf centimeter, is het meestal niet mogelijk om een borst besparende operatie te doen. Soms krijg je eerst chemotherapie om de tumor kleiner te maken, waardoor de operatie beter mogelijk is.
Daarnaast is de locatie van de tumor van belang (een tumor aan de kant van de oksel is gemakkelijker te verwijderen), evenals de leeftijd van de patiënt en erfelijke factoren. Hoe jonger je bent hoe meer kans dat de kanker in de borst terugkomt. En ook als je erfelijke aanleg hebt voor borstkanker, is deze kans groter. Als je jong en erfelijk belast bent, zal dus eerder voor een borstamputatie worden gekozen.
Na een borst besparende operatie krijg je altijd bestraling, omdat dit eventuele achtergebleven kankercellen in de borst doodt. Een borst besparende operatie gevolgd door bestraling geeft dezelfde overlevingskansen als een volledige borstamputatie. De overlevingskans hoeft dus geen reden te zijn om voor een amputatie te kiezen.
Borstamputatie
Als je meerdere tumoren hebt in verschillende delen van je borst of als de tumor te groot is voor een borst besparende operatie, wordt de hele borst geamputeerd. Ook wanneer na een borst besparende operatie blijkt dat er in de rand van het weggenomen weefsel nog kankercellen zitten, wordt tot een borstamputatie besloten. Dit komt omdat het risico dan te groot is dat er nog kankercellen zijn achtergebleven in je borst. Daarnaast kan een volledige amputatie plaatsvinden wanneer de patiënt dit zelf liever heeft dan een borst besparende operatie. Of wanneer de kanker terugkomt in je borst die al eens eerder een borst besparende operatie heeft ondergaan.
Schildwachtklierprocedure
Een aantal dagen vóór de borstoperatie of tijdens de operatie wordt de schildwachtklierprocedure gedaan. De schildwachtklier is de eerste lymfeklier die de lymfevloeistof, die afvloeit vanuit de borst, tegenkomt. Als de borstkanker is uitgezaaid, dan is bijna altijd ook de schildwachtklier aangedaan. Bij de schildwachtklierprocedure wordt deze lymfeklier verwijderd en onderzocht op de aanwezigheid van kankercellen. Als de schildwachtklier is aangedaan, moeten ook de andere lymfeklieren tijdens de operatie uit de oksel worden verwijderd. Dit noemen we een okselkliertoilet. Hoe meer lymfeklieren kankercellen bevatten, hoe groter de kans is dat de borstkanker naar andere delen van je lichaam is uitgezaaid.
Complicaties bij een borstoperatie
Na de operatie kunnen complicaties optreden zoals een nabloeding of een infectie, maar dit zijn complicaties die in principe bij alle soorten operaties mogelijk zijn. Specifiek voor de borstoperatie is:
- Pijn of een doof gevoel op de borstwand.
- Vochtophoping onder de wond.
- Zenuwpijn in de arm.
- De gevolgen op lange termijn die samenhangen met het okselkliertoilet, zijn:
- Minder gevoel in de oksel en de arm.
- Vochtophoping in de arm (lymfoedeem).
- Minder bewegingsmogelijkheid van de arm.