Complicaties bij pijnbestrijding
Door medicinale pijnbestrijding kun je last krijgen van verschillende complicaties en bijwerkingen. Daarom word je na het toedienen van de pijnstilling goed in de gaten gehouden.
Remifentanil
Een nadeel van remifentanil is dat deze stof door de placenta ook bij je kindje kan komen. Hierdoor kan je kindje slaperig worden. Vaak wil het na de geboorte minder snel drinken. Remifentanil kan een verminderde ademhaling bij de moeder veroorzaken.
Ruggenprik
Bij een ruggenprik kun je last krijgen van bloeddrukdaling. De bloeddruk wordt in het begin elke 5 minuten gemeten, later wordt dat minder vaak gedaan. Wanneer de bloeddruk te laag wordt, kan de baby last krijgen van zuurstoftekort. Dan kan het nodig zijn om op de zij te gaan liggen, wordt er extra vloeistof via een infuus toegediend en wordt er een bloeddrukverhogend middel toegediend.
Soms wordt er tijdens het prikken per ongeluk een gaatje in het ruggenvlies gemaakt. Dit kan later leiden tot hoofdpijn als gevolg van het lekken van hersenvocht uit het gaatje. Deze kan meestal met pijnstillers verholpen worden. Als het na enkele dagen nog niet over is, kan de anesthesist besluiten om een bloedpatch toe te dienen. Bloed dat uit een infuus gehaald wordt, wordt dan op dezelfde plaats als de ruggenprik toegediend. Het bloed zorgt ervoor dat geen hersenvocht meer weglekt. De hoofdpijn verdwijnt dan over het algemeen direct.
Ook jeuk en misselijkheid kunnen optreden.
Soms geeft de ruggenprik onvoldoende pijnstilling of werkt maar aan een kant. Dan kan het nodig zijn om meer verdoving te geven, de katheter een stukje terug te trekken of de epiduraal katheter helemaal opnieuw te plaatsen.
Zeer zeldzame complicaties zijn infectie, abcesvorming of een bloeduitstorting in de epidurale ruimte. Deze moeten zo snel mogelijk in het ziekenhuis behandeld worden.