Tijdens de colonoscopie
Een verpleegkundige of medisch assistente neemt eerst met u een checklist door en meet dan uw bloeddruk, hartslag en het zuurstofgehalte in uw bloed. Daarna mag u zich van onderen uitkleden en op de onderzoeksbank gaan liggen. Vervolgens krijgt u een infuusnaald ingebracht waarmee het roesje kan worden toegediend. Tijdens het onderzoek ligt u op uw zij. De arts smeert eerst de slang en uw anus in met glijmiddel en schuift de endoscoop (een slang) vervolgens naar binnen. Dit kan een drukkend of krampend gevoel geven in uw buik. Via de endoscoop wordt lucht of koolzuurgas in uw darm geblazen zodat deze zich ontplooit. Dit kan voor winderigheid zorgen tijdens het onderzoek. Ook drukt de assistente soms op uw buik, zodat de endoscoop beter door de darm kan. De arts brengt de endoscoop eerst helemaal in tot de dunne darm en trekt deze dan langzaam terug. Bij het terugtrekken wordt het slijmvlies zorgvuldig bekeken. De arts kijkt dan of u bijvoorbeeld zweertjes, ontstekingen, bloedingen, vernauwingen, uitstulpingen van de darmwand (divertikels), poliepen of gezwellen heeft. Bij eventuele slijmvliesafwijkingen kunnen kleine hapjes (biopten) uit het slijmvlies genomen worden om verder te onderzoeken. Ook poliepen (goedaardige gezwellen) kunnen vaak direct worden verwijderd. Dit is overigens niet pijnlijk. Wel wordt het door sommige mensen als vervelend ervaren. Vooral het inbrengen via de anus en het opschuiven van de colonoscoop door de darmen, vinden mensen meestal vervelend. Als je een roesje hebt gekregen, merk je hier uiteraard vrijwel niks van.
Duur van het onderzoek
Het onderzoek duurt gemiddeld dertig minuten.