Hoe gaat een CT-scan van de kransslagaders in zijn werk?
Voor het onderzoek lig je op je rug op de onderzoekstafel, met je bovenlichaam ontbloot. Een laborant plakt eerst ECG-plakkers op je bovenlichaam, zodat hij tijdens de scan je hartactie kunnen controleren. Daarna krijg je de contrastvloeistof via een infuus toegediend. Dit kan een kortdurend warm gevoel geven. Vervolgens schuift de onderzoekstafel voor een deel (ter hoogte van je bovenlichaam) in de ronde tunnel van de CT-scanner. In deze scanner zit een röntgenbuis die om je heen draait en opnamen maakt. Je hoort dan een zoemend geluid. Het is belangrijk dat je tijdens het onderzoek stil ligt, omdat de afbeeldingen anders kunnen mislukken. Soms is het nodig om 5 tot 20 seconden je adem in te houden om beweging op de beelden te voorkomen. Je hebt tijdens het onderzoek via een intercom contact met de laborant, die in een aangrenzende ruimte zit. De laborant en de radioloog kunnen je door een raam zien.
Duur van het onderzoek
Het onderzoek duurt 30 tot 45 minuten.
Na het onderzoek
Na het onderzoek verwijdert de laborant de infuusnaald uit je arm en controleert je pols en bloeddruk. Je kunt wat eten en drinken. Het is goed om na het onderzoek veel water te drinken, zodat de contrastvloeistof je lichaam snel verlaat. Het is niet verstandig om tot drie uur na het onderzoek voertuigen te besturen of met machines te werken. Zorg er daarom voor dat iemand je naar huis kan brengen.
Uitslag
De uitslag van het onderzoek is niet meteen bekend. Deze krijg je te horen tijdens je vervolgafspraak.