Hoe gaat een gastroscopie in zijn werk?
Indien gekozen voor een ‘roesje’, dan krijgt u eerst alvast de infuusnaald hiervoor ingebracht. De verpleegkundige brengt u vervolgens naar de onderzoekskamer. Meestal krijgt u daar een drankje dat schuimvorming in de maag tegengaat. Daarna wordt uw keel met een spray verdoofd, om de kokhalsreflex zoveel mogelijk tegen te gaan. U heeft dan het gevoel dat uw keel is opgezet. U mag op de onderzoekstafel komen liggen, op uw linkerzij. U krijgt een ring in uw mond ter bescherming van de endoscoop en uw tanden.
Als u een ‘roesje’ krijgt, krijgt u deze via een infuus toegediend. U krijgt een knijper op één van uw vingers en om uw arm een bloeddrukmeter. Hiermee wordt tijdens het onderzoek uw bloeddruk, hartslag en ademhaling in de gaten gehouden.
De arts brengt de gastroscoop door de ring in uw keel en vraagt u te slikken. Dit gaat het best als u zich zoveel mogelijk ontspant. De arts schuift de slang verder naar binnen totdat deze zich in de twaalfvingerige darm bevindt. Tijdens het onderzoek wordt via de gastroscoop lucht ingeblazen. Hierdoor gaan de slokdarm, de maag en de twaalfvingerige darm wijder openstaan en kan de arts deze beter bekijken. Hierdoor kunt u last krijgen van boeren.
Als de arts het nodig vindt, kan hij tijdens de gastroscopie een stukje weefsel wegnemen voor verder onderzoek. Hier voelt u niets van. Als het onderzoek klaar is, verwijdert de arts de gastroscoop.
Duur van het onderzoek
Het onderzoek duurt ongeveer tien tot vijftien minuten.