Hoe gaat een lumbaalpunctie in zijn werk?
Voor een lumbaalpunctie word je opgenomen in het ziekenhuis. Dit kan een dagopname zijn, waarbij je dezelfde dag nog naar huis mag. Meestal moet je liggen maar soms wordt de lumbaalpunctie uitgevoerd terwijl je op de rand van het bed zit in een voorovergebogen houding. De arts gaat nu eerst voelen waar hij moet prikken. Daarna desinfecteert hij de huid. Dit kan koud aanvoelen. Eerst krijg je een prik met de ‘voorpriknaald’. Vervolgens kan de arts de lumbaalpunctienaald inbrengen. Als je je ontspant en je rug goed bol maakt, is de kans dat de prik in één keer goed zit het grootst.
Als de naald op de goede plaats zit, voel je hier meestal weinig van. Sommige mensen (bijvoorbeeld kinderen) krijgen een verdovend middel in de vorm van een zalf of een roesje. Dit is niet noodzakelijk, maar het kan helpen ontspannen bij angst voor de prik van de lumbaalpunctie. Via de lumbaalpunctienaald kan wat hersenvocht worden afgetapt, waarna de arts de naald weer uit je rug verwijdert. Het gaatje in je huid wordt afgeplakt met een pleister. De punctie duurt in totaal ongeveer 15 tot 30 minuten.
Lumbaalpunctie uitslag
Hoe lang het duurt voordat je de uitslag van de lumbaalpunctie ontvangt, hangt af van de onderzoeken die je behandelend arts heeft aangevraagd. De uitslag van de lumbaalpunctie volgt na enkele uren tot enkele maanden. Je behandelaar bespreekt de uitslag van de lumbaalpunctie met je.
Laatst bijgewerkt op 9 oktober 2018