Minder kans op afstoting donornier door stamceltherapie
Bij nierpatiënten die een niertransplantatie ondergaan bestaat de kans dat de donornier door het lichaam wordt afgestoten. De kans hierop kan verminderd worden door uit de stamcellen van het vetweefsel van de nierpatiënt afweerremmende medicatie te maken. Dit blijkt uit onderzoek van de Erasmus Universiteit.
Ziekte geen invloed op kwaliteit stamcellen
Ook andere patiënten die een orgaantransplantatie hebben ondergaan, kunnen gebruik maken van therapie met uitsluitend stamcellen uit hun eigen vetweefsel. Tijdens het onderzoek is ook geëxperimenteerd met stamcellen die niet van de patiënt zelf waren, maar daar kwam een afweerreactie op. “Mensen die een transplantatie moeten ondergaan zijn ziek, maar het blijkt dus dat hun ziekte geen invloed heeft op de kwaliteit van de stamcellen. En dat is best opmerkelijk,’’ aldus Marieke Roemeling-Van Rhijn, één van de onderzoekers.
Belangrijk is verder de stamcellen nog niet helemaal uitgerijpt zijn. In het laboratorium worden ze namelijk opgekweekt voor de therapie. Dit duurt enkele weken, maar dat is volgens de onderzoekers geen probleem, aangezien niertransplantaties vaak ruim van tevoren gepland worden.
Dosis
De stamceltherapie bij orgaantransplantatie kan nog niet in de praktijk worden toegepast. Daarvoor is meer onderzoek nodig, onder andere over hoe de afweerremmende reactie precies tot stand komt. Pas dan kan een juiste dosis van de medicatie worden vastgesteld.