MRI-Linac maakt kankertumor zichtbaarder
De MRI-Linac is de nieuwste radiotherapiemachine die kankertumoren in het lichaam met grotere precisie zichtbaar maakt. Hierdoor treedt er bij bestraling minimale schade op aan omliggend weefsel. Dit geldt zelfs als de tumor beweegt tijdens de behandeling. In het UMC Utrecht is inmiddels de eerste patiënt behandeld met deze nieuwe techniek.
Voordelen van MRI-Linac
De MRI-Linac maakt live MRI beelden van de tumor voor en tijdens een bestraling. Dit biedt de mogelijkheid om het behandelplan aan te passen terwijl de patiënt in het apparaat ligt. De tumor kan namelijk van vorm en volume veranderen of de omliggende organen kunnen bewegen. Hierdoor is de nauwkeurigheid van de behandeling erg groot. Dit heeft drie grote voordelen. Ten eerste wordt omliggend gezond weefsel daardoor zo min mogelijk beschadigd. Ten tweede kunnen meer soorten kanker behandeld worden, zoals tumoren in dieper liggende organen die zeer beweeglijk zijn. Voorbeelden hiervan zijn tumoren bij de slokdarm, alvleesklier, rectum, nier en baarmoeder. Momenteel is behandeling hierbij niet of beperkt mogelijk, omdat bestraling te veel schade oplevert aan omliggende organen. Ten slotte, bestaat de mogelijkheid om te bestralen met een hogere dosis. Naar verwachting zal de dagelijkse dosis zelfs verhoogd kunnen worden. Daardoor hoeven patiënten minder vaak naar het ziekenhuis.
Ontwikkeling MRI-Linac
De MRI-Linac is ontwikkeld door prof. dr. Jan Lagendijk, hoogleraar klinische fysica radiotherapie en prof. dr. Bas Raaymakers, hoogleraar experimentele klinische fysica. De gehele ontwikkeling van de MRI-Linac heeft zo’n 18 jaar geduurd. Inmiddels heeft een internationaal team de ontwikkeling uit Utrecht overgenomen.
Het UMC Utrecht behandelt momenteel vijf mensen met botkankeruitzaaiingen met de MRI-Linac. De uitzaaiingen zijn goed zichtbaar met de MRI-Linac. Na de behandeling is daardoor evaluatie van de effectiviteit van de behandeling goed mogelijk. Als deze eerste klinische studie slaagt, start het UMC Utrecht een vervolgstudie met patiënten met tumoren in de buik en bekken.