Niet-ingrijpende test Downsyndroom vanaf nu beschikbaar
Vanaf deze maand kunnen zwangere vrouwen gebruikmaken van de niet-invasieve prenatale test (NIPT) om Downsyndroom vast te stellen. De universitaire medische centra gaan de test aanbieden aan zwangeren met een verhoogd risico op een kindje met de aandoening.
Chromosoomafwijking
Het syndroom van Down is de meest voorkomende chromosoomafwijking bij levend geboren kinderen. Vrouwen in het eerste trimester kunnen een combinatietest laten doen. Dan wordt aan de hand van een echo, de leeftijd van de moeder en een bloedtest bepaald of er een verhoogd risico aanwezig is. Als dit zo is, wordt de zwangere vrouwen een vervolgtest aangeboden: de NIPT. Daarbij worden de cellen van het kind die zich in het bloed van de moeder bevinden nader onderzocht.
Vlokkentest of vruchtwaterpunctie
Voorheen bestond vervolgonderzoek uit een vlokkentest of vruchtwaterpunctie. Deze testen zijn ingrijpender, en brengen een klein risico op een miskraam met zich mee. Dat komt doordat cellen van de baby met een naald afgenomen. Omdat een positieve NIP-test niet altijd betekent dat het kind Down heeft, is voor het afbreken van de zwangerschap nog wel een ingrijpende test noodzakelijk. Onderzoekers verwachten echter dat er met de invoering van de NIPT uiteindelijk 80% minder invasieve testen nodig zullen zijn.
Door de invoering van de NIPT zullen meer vrouwen kiezen voor prenatale screening. Vanwege de angst voor een miskraam wezen veel vrouwen de test namelijk af.