Wisselen injectieplek van invloed op glucoseschommelingen en hypoglykemie
Wanneer er bij het insuline spuiten vaker van injectieplek gewisseld wordt, dan leidt dit niet alleen tot minder ophopingen van onderhuids vetweefsel (lipohypertrofie) maar ook de glucoseschommelingen en hypoglykemie nemen hierdoor af. Dat blijkt uit nieuw onderzoek.
Hyper- en hypoglykemie als gevolg van vetophoping
Het onderzoek liet zien dat het ene effect in verband staat met het andere. Wanneer iemand last heeft van lipohypertrofie kan de insuline niet altijd even goed opgenomen door de ophopingen in het vetweefsel. Dit kan leiden tot hypo- en hyperglykemie. Bij bijna tweederde van de diabetespatiënten bleek lipohypertrofie voor te komen. Het onderzoek richtte zich daarom vervolgens op het vinden van manieren om lipohypertrofie te voorkomen.
Wisselen injectieplek en naald cruciaal
Het bleek dat er enkele factoren cruciaal zijn in het ontwikkelen van de onderhuidse vetophoping. Het niet regelmatig wisselen van injectieplek en injectienaalden bleek het risico op lipohypertrofie te doen vergroten. Verder kwam er naar voren dat het gebruik van korte naalden (van 4 mm) de beste resultaten leverde. Patiënten meldden de injectie als minder pijnlijk te ervaren, hetgeen kan bijdragen tot therapietrouw, psychisch comfort en kwaliteit van leven.
Behandeling diabetes aangescherpt
Kenneth Strauss, Global Medical Director van BD zegt hierover: "Ter voorkoming van glucoseschommelingen en de bijbehorende nadelige gevolgen zou elke diabetespatiënt die insulinetherapie volgt, de injectieplaats moeten afwisselen, nooit naalden moeten hergebruiken en moeten leren om lipohypertrofie zelf te herkennen. Injectieplaatsen moeten minimaal elk half jaar door een arts worden bekeken en gepalpeerd, en er moet worden gewezen op de voordelen van het gebruik van korte pennaalden."