Zorgverzekeraars:één centrum voor protonentherapie
De zorgverzekeraars willen voorlopig maar één centrum voor protonentherapie in Nederland. Dit terwijl vier Nederlandse centra van het ministerie van Volksgezondheid een vergunning hebben gekregen om met deze therapievorm te starten.
In Maastricht, Delft, Amsterdam en Rotterdam zouden de centra gebouwd worden. Ook Groningen wil zo’n centrum bouwen. De zorgverzekeraars menen echter dat het oprichten van minimaal 4 centra te duur is. Zeker omdat er nog grotere onzekerheid bestaat over het aantal patiënten dat gebruik zal maken van de therapie. Eén protonencentrum vinden ze daarom voorlopig voldoende.
Onzekerheid patiënten
Volgens het Universitair Medisch Centrum Groningen zorgen deze gewijzigde plannen voor “aanhoudende onzekerheid over waar en wanneer protonentherapie in Nederland beschikbaar komt”. Ook Coen Rasch, radiotherapeut en woordvoerdervan het samenwerkingsverband van de vier protonencentra, vindt dat de zorgverzekeraars te ver gaan. “Het toenmalige CVZ (inmiddels Zorginstituut Nederland) heeft beoordeeld dat protonentherapie verzekerde zorg is, en toen het rapport daarover werd opgesteld, hebben de zorgverzekeraars zich daaraan gecommitteerd. Het is onzin dat ze nu beweren dat er geen bewijs is voor een deel van de indicaties die zowel CVZ als de Gezondheidsraad wel bewezen achtten.”
Procedure
Binnenkort begint een procedure waarbij de zorgverzekeraars eerst de criteria bekendmaken waaraan het nieuwe centrum moet voldoen. De verschillende centra kunnen daarop intekenen en moeten duidelijk maken hoe ze het willen gaan aanpakken, ook de financiële kant. De zorgverzekeraars beslissen vervolgens welk centrum de plannen mag uitvoeren.
Bij protonentherapie worden tumoren bestaard met geladen deeltjes (protonen). De deeltjes geven nagenoeg hun volledige energie precies op je juiste plaats af. De behandeling met protonen richt minder schadeaan in het lichaam dan de gangbare bestraling.