Klachten bij het syndroom van Guillain Barré
De eerste klachten bij het syndroom van Guillain Barré zijn meestal prikkelingen in de tenen en vingers. Pas daarna valt de spierzwakte op. Deze zwakte neemt snel toe en is binnen enkele dagen of weken (hoogstens vier) maximaal. Beide lichaamshelften verzwakken ongeveer evenveel. De zwakte begint meestal in de benen, soms in de armen en bij uitzondering in de spieren van de ogen, het gezicht of de keel. De verlamde lichaamsdelen zijn slap. Afhankelijk van de ernst en uitgebreidheid van Guillain Barré kun je bedlegerig worden. Veel mensen kunnen zichzelf niet meer verzorgen, krijgen last van dubbelzien, gaan onduidelijk praten en hebben moeite met slikken. Sommige mensen hebben pijn in hun benen en/of armen. Als de ademhalingsspieren verzwakken is ademhalingsondersteuning nodig. Andere veschijnselen zijn:
- een te hoge bloeddruk of te lage bloeddruk.
- te snelle hartactie.
- moeite met uitplassen.
- obstipatie (verstopping). Dit is overigens zeldzaam.
Hoe ernstig en uitgebreid de verschijnselen zijn verschilt per persoon. Als de klachten eenmaal maximaal zijn, blijven ze een tijd hetzelfde. Dit noemt men de plateaufase. Daarna verbeteren de klachten geleidelijk.