Medicijnen bij zwangerschapshypertensie
De gynaecoloog kan medicijnen geven om te proberen complicaties van ernstige zwangerschaps-hypertensie voor moeder of kind te voorkomen. Vaak begint men met tabletten; bij ernstiger vormen van zwangerschapshypertensie worden medicijnen via een infuus toegediend.
Bloeddrukverlagende middelen
Als de onderdruk bij herhaling te hoog is, kunnen bloeddrukverlagende medicijnen worden gegeven. Er zijn verschillende middelen: alfamethyldopa (Aldomet®), labetolol (Trandate®) en nifedipine (Adalat®) en ketanserine (Ketensin®) zijn in tabletvorm beschikbaar. De laatste twee middelen kunnen ook per infuus worden toegediend, evenals dihydralazine (Nepresol®). De belangrijkste bijwerkingen van deze bloeddrukverlagende middelen zijn hoofdpijn, slaperigheid, duizeligheid, hartkloppingen, misselijkheid en braken.
Medicijnen die stuipen voorkomen en stoppen
Om stuipen te stoppen en nieuwe stuipen te voorkomen geeft de gynaecoloog via een infuus magnesiumsulfaat of diazepam (Valium®). Magnesiumsulfaat kan aan het begin van de behandeling even een sterk warmtegevoel, misselijkheid, braken en een raar gevoel in de keel en op de tong veroorzaken. Ook een brandend gevoel in de arm waarin het infuus zit komt vaak voor. Dit is vervelend, maar kan geen kwaad. Diazepam veroorzaakt vaak slaperigheid.
Medicijnen die de longrijping van de baby versnellen.
Als er een kans is dat de baby voor 33-34 weken geboren wordt, geeft men vaak corticosteroïden (bijnierschorshormonen) om de longen van de baby sneller te laten rijpen. Deze medicijnen worden via een injectie (prik) aan de moeder toegediend.