© 2024 solvo B.V.

Behandeling bij mola-zwangerschap

Bij een mola-zwangerschap wordt altijd een curettage geadviseerd. Dit is een ingreep via de schede waarbij het mola-weefsel met een dun slangetje (vacuümcurette) uit de baarmoederholte wordt weggezogen. De gynaecoloog probeert zoveel mogelijk mola-blaasjes te verwijderen. Plaatselijke verdoving wordt bij deze ingreep afgeraden; narcose is beter. Soms gaat de curettage gepaard met veel bloedverlies. Een bloedtransfusie tijdens of na de ingreep kan dan nodig zijn. Na de curettage kun je nog een paar weken wat bloederige of bruinige afscheiding hebben. In aansluiting op de curettage bespreekt de gynaecoloog anticonceptie met je. Het is wenselijk een tijd te wachten met opnieuw proberen zwanger te worden. Vaak wordt de pil geadviseerd. Een spiraaltje wordt afgeraden in verband met de mogelijkheid van bloedingen.

Nacontrole

Bij een curettage probeert men altijd zoveel mogelijk molablaasjes te verwijderen, maar er blijven altijd blaasjes achter. Normaal ruimt het lichaam deze resten uit zichzelf op. Om te controleren of de achtergebleven blaasjes goed verdwijnen, wordt regelmatig het bloed onderzocht. Daarin wordt het zwangerschapshormoon hCG gecontroleerd. De hoeveelheid van dit hormoon geeft informatie over de activiteit van de achtergebleven mola-blaasjes. In het begin gebeurt dit onderzoek wekelijks, als de hCG-waarde normaal is, maandelijks. Gemiddeld duurt het drie tot vier maanden voordat de bloeduitslagen normaal zijn. Soms daalt het hCG onvoldoende of blijft het te hoog. Dan is verdere behandeling nodig. In de volgende paragraaf vind je hierover meer informatie.

Complicaties

Soms verdwijnen de mola-blaasjes niet uit de baarmoeder of groeien ze zelfs weer aan. Ook kan de mola zich via het bloed naar de longen uitbreiden of, bij hoge uitzondering, naar andere organen. In deze gevallen spreekt men van een persisterende trofoblast (aanwezig blijvend molaweefsel). Bij een persisterende trofoblast daalt de waarde van het hCG onvoldoende. Meestal zijn er geen klachten, maar soms treden er weer zwangerschapsverschijnselen op, of is er vaginaal bloedverlies. Het komt een enkele keer voor dat de mola zich naar de longen uitbreidt. Er kunnen dan klachten van hoesten en kortademigheid zijn.

Altijd wordt ter controle een nieuwe longfoto gemaakt. Een persisterende trofoblast kan gezien worden als een voorstadium van een kwaadaardige aandoening. Daarom is chemotherapie (een behandeling met celdodende medicijnen) noodzakelijk; deze wordt poliklinisch gegeven. De kans op volledige genezing is uitstekend. Als er geen kinderwens meer is, kan in plaats van chemotherapie ook een baarmoederverwijdering worden overwogen.

Gerelateerde informatie

Ziektebeeld

Behandelingen


Meld je aan voor de nieuwsbrief

Wil jij meer informatie over medicijnen, onderzoeken en
behandelingen ontvangen? Schrijf je dan in en krijg maandelijks de nieuwsbrief.

Ziekenhuis.nl gebruikt cookies. Lees hier onze Privacy- en cookieverklaring.

Cookies

Ziekenhuis

Om je een informatieve en prettige online ervaring te bieden, maken Ziekenhuis.nl (onderdeel van solvo b.v.) en derden gebruik van verschillende soorten cookies. Hieronder vallen functionele, analytische en persoonlijke cookies. Met deze cookies kunnen we de werking van onze website verbeteren en je van gepersonaliseerde advertenties voorzien. Door op ‘Akkoord en doorgaan’ te klikken, gaat u akkoord met het plaatsen van alle cookies zoals omschreven in onze privacy- & cookieverklaring.

Cookievoorkeuren

Je kunt hieronder toestemming geven voor het plaatsen van persoonlijke cookies. Met deze cookies houden wij en onze partners je gedrag op onze website bij met als doel je persoonlijke advertenties te tonen en onze website te optimaliseren.

Selecteer welke cookies je wil accepteren