Wat kun je zelf doen tegen overgangsklachten?
Tegen de meeste overgangsklachten kun je zelf maatregelen nemen. Bekijk de volgende tips om je klachten te verminderen:
- Eet gezond en probeer op je gewicht te letten. Na de overgang kom je gemakkelijker aan.
- Zorg voor voldoende kalk om de kans op osteoporose te verkleinen; drink dus melk, eet kaas, yoghurt en koolsoorten. Vier porties melkproducten per dag geven de noodzakelijke hoeveelheid kalk. Eén portie is bijvoorbeeld een beker melk, een bakje yoghurt of een plak kaas. Ook vitamine D is belangrijk. Dit wordt door je huid gemaakt onder invloed van zonlicht en zit ook in margarine, boter, vis en eieren.
- Probeer regelmatig lichaamsbeweging te nemen waarbij de botten belast worden. Elke dag een halfuur lopen bijvoorbeeld versterkt de botten. Andere vormen van lichaamsbeweging zijn belangrijk tegen stijfheid van gewrichten en spierpijn.
- Houd er rekening mee dat alcohol, koffie, thee en gekruid eten opvliegers kunnen uitlokken.
- Neem niet te veel hooi op je vork. Neem de tijd en de rust om aan alle veranderingen te wennen.
- Probeer voldoende slaap te krijgen omdat je de veranderingen beter kunt opvangen als je uitgerust bent.
- Praat over eventuele problemen met je partner, een vriendin, je huisarts of een overgangsconsulente (ICG).
- Bij problemen met plassen kun je je bekkenbodemspieren oefenen, eventueel met behulp van een bekkenbodemfysiotherapeut.
- Probeer te stoppen met roken. Het is slecht voor hart en bloedvaten; de kans op hart- en vaatziekten wordt na de overgang groter.
- Als je last hebt van opvliegers kun je meerdere laagjes kleding dragen zodat je af en toe iets kunt uittrekken.
Heb je nog vragen?
Aarzel niet om ze aan de huisarts of gynaecoloog voor te leggen. Deze zijn altijd bereid meer informatie te geven.