Geen of weinig zin (meer) om te vrijen
Er bestaan veel redenen waarom vrouwen geen of minder zin hebben om te vrijen. Verliefde gevoelens kunnen verminderd of verdwenen zijn. Als je partner meer zin heeft dan jij, kan dat problemen geven, zeker als het moeilijk is om erover te praten hoe vaak, wanneer en op welke manier je samen vrijt. Ziekten, gynaecologische klachten, stress, vermoeidheid en depressie zijn bekende oorzaken van het tijdelijk minder of geen zin in vrijen hebben. Ingrijpende gebeurtenissen, zoals de dood van een geliefd persoon, een verhuizing of het verlies van een baan hebben vaak een zelfde gevolg, net als onopgeloste relatieproblemen. Daarnaast hebben sommige medicijnen als bijwerking dat het seksuele verlangen vermindert.
Een periode waarin verschil in 'zin hebben' tussen partners vaak voorkomt, is de tijd na de bevalling. Veel vrouwen hebben het eerste jaar na het krijgen van een kind minder behoefte aan seks dan in de periode voor of tijdens de zwangerschap. Emotionele en hormonale veranderingen spelen daarbij een rol, naast de al eerder beschreven pijnklachten van een knip of scheur, en vaginale droogheid bij borstvoeding. Ook spelen soms hormoonveranderingen een rol, zoals bijvoorbeeld minder aanmaak van het mannelijke hormoon testosteron na operatieve verwijdering van beide eierstokken.
Anticonceptiepillen die worden voorgeschreven om huidproblemen als acné te bestrijden, kunnen eveneens het testosterongehalte in het bloed verlagen. Ten slotte kunnen pijnklachten ervoor zorgen dat je het vrijen eigenlijk niet (meer) leuk en opwindend vindt, zodat je er minder zin in hebt. Problemen ontstaan vaak als het voor je moeilijk is met je partner te praten over de soms lastige verschillen in wensen en verlangens, en als je hier niet samen een oplossing voor kunt vinden.