Gynaecologische klachten en seksuele problemen
Elke gynaecologische klacht, aandoening, onderzoek of behandeling kan gevolgen hebben voor je seksuele functioneren. Voorbeelden zijn langdurig of overmatig bloedverlies, afscheidingsklachten, bloedverlies na gemeenschap, ongewild verlies van urine, kanker of een voorstadium daarvan, verzakkingsklachten, endometriose of buikpijn door een andere oorzaak. Het is logisch dat je zin in vrijen dan vermindert. Dit kan ook veroorzaakt worden door de klacht op zich, door ongerustheid, door schaamte of door bijwerkingen van bepaalde hormonen of andere medicijnen.
Bij vrouwen die graag zwanger willen worden, vermindert nogal eens de zin in vrijen door het 'verplicht' gemeenschap hebben op bepaalde dagen. Dit geldt trouwens ook voor hun partners, die dan soms problemen krijgen met het seksueel opgewonden raken.
Gynaecologische klachten kunnen niet alleen seksuele problemen veroorzaken, maar ook het gevolg ervan zijn. Een voorbeeld is chronische onderbuikpijn. Vaak zijn de bekkenbodemspieren dan overmatig gespannen. Dit wordt ook wel een hypertone bekkenbodem genoemd. Naast pijn bij de gemeenschap is het vaak moeilijk de blaas en/of darmen goed te legen; de spieren drukken als het ware de uitgang voor urine en ontlasting dicht. Dit kan klachten geven van veelvuldig kleine beetjes plassen of steeds terugkerende blaasontstekingen.
Ook zijn er vaak problemen met de ontlasting zoals afwisselend verstopping en diarree, aambeien of het gevoel dat er iets achterblijft. Sommige vrouwen die met deze klacht kampen, hebben in het verleden negatieve seksuele ervaringen doorgemaakt. Een andere gynaecologische klacht als gevolg van seksuele problemen is een pijnlijke en geïrriteerde huid bij de ingang van de vagina. Zoals boven beschreven, ontstaat deze plaatselijke ontsteking (focale vulvitis, vulvaire vestibulitis) als gevolg van het blijven vrijen bij pijnklachten.
Juist omdat gynaecologische klachten en seksuele problemen nauw met elkaar samenhangen, is het belangrijk dat je seksuele problemen met je huisarts of gynaecoloog bespreekt, ook al is dit niet altijd gemakkelijk. De arts kan er dan samen met jou achter proberen te komen waardoor je problemen veroorzaakt worden en in overleg met je naar een oplossing zoeken.