Huisarts geeft impuls aan onderzoek baarmoederhalskanker
Als de GGD vrouwen uitnodigt, ligt het opkomstpercentage op 56 procent. Als de uitnodiging van de huisartsenpraktijk komt, geven nog meer vrouwen hieraan gehoor: 71 procent.
Dit blijkt uit een onderzoek in huisartsenpraktijken die aangesloten zijn bij het Landelijk Informatie Netwerk Huisartsenzorg (LINH). Dat is een samenwerkingsverband dat tot doel heeft het leveren van representatieve informatie over de door huisartsen gegeven zorg.
Alle vrouwen in de leeftijd van dertig tot zestig jaar krijgen eens in de vijf jaar een uitnodiging om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek. Jaarlijks wordt in 4 procent van de uitstrijkjes die gemaakt zijn in het kader van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker een mogelijke onregelmatigheid aangetroffen. Daarom is het belangrijk om zo veel mogelijk vrouwen te bereiken.
Er zijn drie verschillende uitnodigingssystemen. De GGD verzoekt vrouwen om een uitstrijkje te laten maken, de eigen huisarts doet dat, of de eerste uitnodiging gaat vanuit de GGD en de herinnering vanuit de huisartspraktijk. In dit laatste geval is het opkomstpercentage nog 10% hoger dan wanneer alleen de GGD uitnodigt.
Het onderzoek in 47 huisartspraktijken, die een goede afspiegeling geven van de Nederlandse bevolking, toont aan dat de opkomst per uitnodigingssysteem verschilt. Uitnodiging uitsluitend via de huisarts leidt tot de hoogste opkomst.
De huisarts is, in tegenstelling tot de GGD, in staat om vooraf een selectie te maken van vrouwen die in aanmerking komen. Na een baarmoederverwijdering hoeven vrouwen bijvoorbeeld geen uitstrijkje meer te laten maken. Er kunnen ook ander redenen zijn (zwangerschap) om vrouwen tijdelijk buiten het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker te laten.
Het betrekken van meer huisartspraktijken bij het uitnodigen voor het bevolkingsonderzoek lijkt de aangewezen weg om de opkomst te verhogen.