Hoe gaat aderlaten in zijn werk?
Voordat het aderlaten begint, wordt eerst de bloeddruk gemeten. Vervolgens prikt de verpleegkundige een naald in een bloedvat in je arm. Gedurende het aderlaten blijft de naald zitten, maar dit doet over het algemeen geen pijn. De naald is verbonden met een zak die het bloed opvangt. Meestal wordt er, afhankelijk van de afspraak die met de arts is gemaakt, ongeveer 500 ml bloed afgenomen. Dit duurt ongeveer vijftien minuten.
Na de aderlating
Als het aderlaten klaar is, verwijdert de verpleegkundige de naald en krijg je een drukverband. Een drukverband verkleint de kans op nabloeden. Na de aderlating blijf je nog ongeveer twintig tot dertig minuten liggen of zitten om te voorkomen dat je duizelig wordt. Ondertussen wordt aangeraden om iets te eten en te drinken. Hierna wordt nogmaals de bloeddruk gemeten. Als deze in orde is en je voelt je goed, kun je weer naar huis.
Duur behandeling
De behandeling neemt ongeveer een uur tijd in beslag. Het is niet nodig om je specifiek voor te bereiden op de behandeling. Zorg er wel voor dat je vooraf goed hebt gegeten en gedronken.
Vaak bestaat de totale behandelprocedure uit meerdere aderlatingen. Het kan zijn dat je in het begin wekelijks of zelfs vaker bloed moet laten afnemen. Na verloop van tijd zal dit minder vaak zijn, bijvoorbeeld een keer per maand. Dit is afhankelijk van de aandoening en van het effect van het aderlaten op je klachten.
Waar vindt aderlaten plaats?
Aderlaten vindt meestal plaats in het ziekenhuis. In overleg met de arts kan aderlaten ook plaatsvinden bij de lokale bloedbank. Overleg met je arts over de mogelijkheden.
Laatst bijgewerkt op 8 maart 2018