Hoe gaat een carpaal tunnel syndroom operatie in zijn werk?
Een carpaal tunnel syndroom operatie is een kleine ingreep van ongeveer twintig minuten. Voor de operatie krijg je een plaatselijke injectie om het gebied waar je geopereerd wordt te verdoven. De chirurg maakt een snee van ongeveer drie centimeter in je huid. Hierna snijdt hij het dak van de carpaal tunnel door, dit is de verbinding tussen je pink en duimmuis. Hierdoor wordt de tunnel ruimer en krijgt de beknelde zenuw meer ruimte. De chirurg kan ook een kijkoperatie uitvoeren.
Complicaties bij een carpaal tunnel syndroom operatie
De kans op complicaties bij een carpaal tunnel syndroom operatie is zeer klein. Er zijn een aantal gebruikelijke risico's zoals:
Ook kan in een zeer zeldzaam geval de zenuw beschadigd raken. Een andere, zeer zeldzame, complicatie is dystrofie van de hand. Dit gaat gepaard met pijn, zwelling, stijfheid en verkleuring van de huid.
Herstel na een carpaal tunnel syndroom operatie
Zodra de verdoving is uitgewerkt, kun je naar huis. Je krijgt wel een mitella (draagdoek), die je minstens een dag moet dragen. Het is verstandig om je vingers gewoon te blijven bewegen, maar je mag de komende weken geen kracht zetten met je hand. Je kunt wel in toenemende mate je hand vaker gaan gebruiken.
Laatst bijgewerkt op 12 januari 2018