Hoe gaat chelatietherapie in zijn werk?
Bij chelatietherapie krijg je een aantal infusen met de synthetische stof EDTA (ethyleendiaminetetraacetaat). EDTA bindt zich aan zware metaaldeeltjes en kan vervolgens via de nieren uitgescheiden worden door het lichaam. Omdat EDTA ook nuttige mineralen zoals zink, koper en ijzer uit je lichaam verwijdert, krijg je vaak supplementen met deze minderalen toegediend. De behandeling duurt ongeveer drie uur.
Complicaties bij chelatietherapie
Bij chelatietherapie kunnen verschillende complicaties optreden. Een te hoge dosis EDTA kan de nierfunctie (tijdelijk) verminderen. Hiernaast ervaren patiënten pijn in de arm waar het infuus geprikt is. EDTA heeft een bloedsuikerverlagende werking waardoor je tijdens de behandeling last kunt krijgen van slaperigheid, hongergevoel en trillen van de handen. Ook kun je last krijgen van tintelingen rond de mond, in vingers en tenen en spierkrampjes in handen en voeten.
Bij langdurige toepassing van chelatietherapie kunnen gevaarlijke hoeveelheden zink uit het lichaam verwijderd worden. Hierdoor neemt het risico op kanker toe en kan het immuunsysteem worden aangetast. Ook kan een langdurige behandeling met chelatietherapie schade aan de nieren of beenmerg veroorzaken.
Herstel na de chelatietherapie
Na een chelatietherapie voel je je meestal wat vermoeid. In principe kun je als snel je normale ritme weer oppakken. Als de behandeling te laat is toegepast bij vergiftiging en er al schade aan je lichaam is aangericht, is dit helaas vaak blijvend.