Hoe gaat narcose in zijn werk?
Soms krijg je kort voordat je onder narcose wordt gebracht een kalmeringsmiddel, zodat je rustig wordt. De middelen die voor een narcose worden gebruikt zijn slaapmiddelen, spierontspanners en pijnstillers. Ook wordt er vocht toegediend. Slaapmiddelen (anesthetica) worden meestal als eerst toegediend. Dit gebeurt meestal via een infuus. Spierontspanners zijn nodig om de spierreflexen uit te schakelen tijdens de operatie. Veelgebruikte slaapmiddelen (anesthetica) zijn thiopental en propofol. Tijdens het inbrengen van de middelen krijg je soms een mondkapje met extra zuurstof.
Bij jonge kinderen wordt een slaapmiddel vaak met een mondmasker toegediend (‘een roesje’), omdat deze moeilijker te prikken zijn of het vervelend vinden om geprikt te worden. Meestal wordt hiervoor lachgas vermengd met een ander gasvormig narcosemiddel. Daarna krijgen ze vaak een infuus met de overige medicijnen.
Als je vervolgens in slaap bent, krijg je meestal ook een beademingsbuis in je luchtpijp. Dit is niet nodig bij korte operaties. Als je gegeten hebt, bestaat de kans dat er door de ademhalingsbuis maagvocht in de longen terechtkomt. Daarom moet je altijd nuchter zijn voordat je onder narcose gaat. Voor de narcose word je altijd aan de hartbewaking aangesloten. Hiernaast wordt je bloeddruk en het zuurstofgehalte in het bloed constant opgemeten. Tijdens de operatie houdt de anesthesioloog al deze lichaamsfuncties goed in de gaten. Ook zorgt hij ervoor dat je goed in slaap blijft.
Soms krijg je tijdens de narcose een blaaskatheter ingebracht, omdat je een langere tijd niet naar het toilet kunt. Bij buik- of borstkasoperaties krijg je soms ook een maagsonde via je neus, zodat het maagvocht kan worden afgezogen en niet in de longen terecht kan komen.
Laatst bijgewerkt op 9 juli 2018