© 2024 solvo B.V.

antistollingsmedicijnen

Noem twee aandoeningen waarbij deze medicijnen worden voorgeschreven?

Antwoord van de apotheker

Antistollingsmiddelen houden het bloed \\\'dun\\\' en remt de bloedstolling af, doordat het de aanmaak van belangrijke stoffen die betrokken zijn bij de bloedstolling, blokkeert. Artsen schrijven het voor bij trombose, na een hartinfarct, beroerte of TIA en bij hartritmestoornissen. Trombose Door bloedstolsels (trombose) kan het bloed minder goed stromen. Hierdoor neemt de bloedtoevoer aan de verschillende delen van het lichaam af. Ook kan een ader helemaal afgesloten raken. Bloedstolsels kunnen ontstaan op de wand van bloedvaten, als deze ruw, ontstoken of beschadigd zijn, bijvoorbeeld bij ernstige aderverkalking (atherosclerose). Bij operaties aan het hart of bloedvaten, bijvoorbeeld \\\'bypass\\\'-operaties, ontstaan wonden. Bij een \\\'bypass\\\'-operatie wordt een te nauwe ader van het hart vervangen door een wijdere uit een ander deel van het lichaam. Op die manier wordt voorkomen dat een deel van het hart te weinig zuurstof krijgt. Op de plaats van de wonden ontstaat gemakkelijk een bloedstolsel. Om dit te voorkomen wordt na een \\\'bypass\\\'-operatie antistollingsmedicijnen gebruikt. Hartinfarct (hartaanval) Bij een hartinfarct heeft een deel van het hart (tijdelijk) niet voldoende aanvoer van bloed en zuurstof. Dit kan komen doordat een bloedstolsel een kransslagader rond het hart afsluit. Het deel dat te weinig bloed krijgt beschadigt en kan daardoor niet meer optimaal werken. Bij een beroerte is door een bloedstolsel een ader in de hersenen afgesloten. Hierdoor krijgt een deel van de hersenen niet voldoende zuurstof. Wanneer deze situatie te lang blijft bestaan, sterft dat deel van de hersenen af. TIA is een afkorting van de Engelse term \\\'transient ischaemic attack\\\'. Bij een TIA heeft een bloedstolsel de bloedtoevoer naar een klein deel van de hersenen korte tijd afgesloten. Dat gedeelte heeft daardoor tijdelijk geen zuurstof gehad. Gedurende enkele minuten treden dan één of meer van de volgende verschijnselen op: verlammingen in het gezicht (bijvoorbeeld een scheve mond), verward spreken en denken, verlammingen aan een arm of been, minder goed zien, tintelingen, duizeligheid en sufheid. De verschijnselen duren kort en gaan weer helemaal over. Een TIA kan echter wel een voorbode zijn voor een herseninfarct. Wanneer het hart door een ritmestoornis niet in staat is het bloed goed rond te pompen, ontstaat er in het hart gemakkelijk een bloedstolsel. Om dit te voorkomen worden antistollingsmiddelen gebruikt. (HK)

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Wil jij meer informatie over medicijnen, onderzoeken en
behandelingen ontvangen? Schrijf je dan in en krijg maandelijks de nieuwsbrief.

Ziekenhuis.nl gebruikt cookies. Lees hier onze Privacy- en cookieverklaring.

Cookies

Ziekenhuis

Om je een informatieve en prettige online ervaring te bieden, maken Ziekenhuis.nl (onderdeel van solvo b.v.) en derden gebruik van verschillende soorten cookies. Hieronder vallen functionele, analytische en persoonlijke cookies. Met deze cookies kunnen we de werking van onze website verbeteren en je van gepersonaliseerde advertenties voorzien. Door op ‘Akkoord en doorgaan’ te klikken, gaat u akkoord met het plaatsen van alle cookies zoals omschreven in onze privacy- & cookieverklaring.

Cookievoorkeuren

Je kunt hieronder toestemming geven voor het plaatsen van persoonlijke cookies. Met deze cookies houden wij en onze partners je gedrag op onze website bij met als doel je persoonlijke advertenties te tonen en onze website te optimaliseren.

Selecteer welke cookies je wil accepteren