Bijwerkingen van Flixotide Disk ?
Mijn vrouw gebruikt sinds begin juli Flixotide Disk 250, 2 keer per dag 1 pufje. Nu heeft zij last van gezwollen vurige lippen en een rode jeukerige huid. Volgens de bijsluiter kan dit een bijwerking zijn van de Flixotide, maar volgens de apotheker is dit onmogelijk. Graag uw mening, en als deze reactie wel het gevolg is van Flixotide, wat is dan eventueel een alternatief? Voor de goede orde, mijn vrouw is alergisch voor alles waarin sulfaat zit.
Antwoord van de apotheker
Naast het gewenste effect kan dit middel bijwerkingen geven. Dit is het geval bij minder dan tien procent van de mensen. De belangrijkste bijwerkingen zijn bij inhalatie via de mond: schimmelinfectie in de mond en keel. Dit ontstaat als flixotide vaak in de mond en keel achterblijft. Een schimmelinfectie in de mond merkt u aan een witte aanslag in de mond. Raadpleeg in dat geval uw arts. heesheid en keelpijn. Ook deze bijwerking kan komen doordat flixotide in de mond en keel achterblijft. Geef de stem rust. Blijft de heesheid, neem dan contact op met uw arts. Vaak helpt het in deze gevallen om anders te inhaleren, zodat minder flixotide in de keel en mond terechtkomt. Vraag uw apotheek of arts om uw manier van inhaleren te controleren. Ook voorkomt u schimmelinfecties, keelpijn en heesheid door na de inhalatie met een slok water uw mond te spoelen en dat vervolgens uit te spugen. Daarna neemt u nog een slok water, gorgelt daarmee en slikt dat door. Als u na het inhaleren gaat eten of uw tanden poetst zal dit effect nog groter zijn. Gezwollen vurige lippen en een rode jeukerige huid duidt meer op een allergische reactie op misschien de flixotide of een ander geneesmiddel dat gebruikt wordt. Flixotide bevat als werkzaam bestanddeel fluticasonpropionaat. Wellicht heeft uw vrouw naast de sulfaatallergie ook een allergie voor bv propionaat of het fluticason. Een alternatief zou een ander inhalatiecorticosteroid of een ander ontstekingsremmende inhaltiemedicijn kunnen zijn, maar vooraf is niet vast te stellen of men daar dan niet allergisch op reageert. Zelden ontstaat bij kinderen een geringe vertraging van de lengtegroei. De groeivertraging kan veroorzaakt worden door dit geneesmiddel, maar ook door de ziekte zelf. Als de groeivertraging veroorzaakt wordt door het geneesmiddel, dan treedt die vooral op tijdens de eerste drie maanden van het gebruik. Meestal lopen kinderen deze groeiremming op latere leeftijd weer gewoon in. Eventueel zal de arts de groei controleren. Als het nodig is kan hij de behandeling dan aanpassen. Dit blijkt bijna nooit nodig te zijn. (HK)