Prozac en risperdal?
Ik gebruik 2 x daags 0.5 mg risperdal 3 x daags tranxene van 5mg. en nu moet ik 1 x daags prozac van 20 mg gaan gebruiken. Daarbij heb ik nog ranitidine van 150 mg. tegen maagklachten. Ik wil graag de risperdal gaan afbouwen omdat ik de combinatie van Prozac en Risperdal teveel van het goede vind. Kan ik dat doen? En is de combinatie van Prozac en Risperdal niet gevaarlijk? Want ik vind dat ik nu wel erg veel medicijnen gebruik. met vriendelijke groet, Gert
Antwoord van de apotheker
Risperdal behoort tot de groep atypische antipsychotica. Het vermindert in de hersenen het effect van natuurlijk voorkomende stoffen, voornamelijk dopamine en serotonine. Hierdoor nemen psychosen, hevige onrust en bepaalde spiertrekkingen af. Artsen schrijven het voor bij psychose, manie, onrust, schizofrenie, depressie, dementie, tics en dwangstoornissen. Prozac behoort tot de groep geneesmiddelen serotonine-heropnameremmers, ofwel SSRI\\\'s. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine. Deze natuurlijk voorkomende stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI\\\'s verbeteren de stemming en verminderen angsten. Artsen schrijven het voor bij depressiviteit, angststoornissen, zoals dwangneurosen. Indien er alleen sprake is van depressie of angststoornissen is de combinatie risperdak en prozac in mijn ogen inderdaad iets te veel van het goede, prozac alleen is dan voldoende. Is er sprake van psychotische klachten dan is juist risperdal weer de beste keus. Deze middelen samen gebruiken zal geen meerwaarde geven. Als u gaat stoppen, bouw dan langzaam af over een periode van minimaal vier weken. Als u geleidelijk afbouwt heeft u minder kans op meteen een nieuwe psychose. Bovendien voorkomt u daarmee ontwennigsverschijnselen, zoals zweten, misselijkheid, gebrek aan eetlust, diarree, angst, slapeloosheid, onrust, loopneus, spierpijn en vreemde gevoelswaarnemingen, zoals kriebels. De ontwenningsverschijnselen treden vaak pas één tot vier dagen na plotseling stoppen op en zijn na twee weken meestal over. Niet iedereen heeft even veel last van ontwenningsverschijnselen. Kijk daarom hoe u reageert als u de dosering iets vermindert. Ook nadat u bent gestopt kunnen soms de \\\'late bewegingsstoornissen\\\' aan het licht komen of verergeren. U krijgt dan last van zuig-, kauw- en smakbewegingen, bewegingen van de tong, grimassen en tics van het gezicht, buig- en strekbewegingen van vingers en tenen, dansachtige bewegingen van armen en benen en zwaai- of draaibewegingen van schouders en bekken. Deze verschijnselen nemen in de loop van de maanden af en zijn na een aantal jaar meestal verdwenen. (HK)