Bevruchtingsmethode IVF verdient niet altijd de voorkeur
De inseminatie-techniek is even effectief als in vitro fertilisatie (IVF), maar minder belastend en goedkoper. Dit stellen onderzoekster A. J. Goverde en haar collegas van de afdeling obstetrie en gynaecologie van het VU ziekenhuis.
De bevindingen worden op 1 januari 2000 in The Lancet gepubliceerd. Het is voor het eerst dat drie bevruchtingsmethoden in een gerandomiseerd onderzoek in één ziekenhuis met elkaar zijn vergeleken. Het betreft IVF, IUI in een spontane cyclus en IUI met hormoonstimulatie.
Paren met onbegrepen of mannelijke subfertiliteit werden maximaal zes keer behandeld; met IUI in de spontane cyclus (86 paren), IUI met milde hormonale stimulatie (85 paren), of met IVF (87 paren).
Alhoewel bij IVF het zwangerschapspercentage per behandelcyclus iets hoger uitvalt, zijn de cumulatieve zwangerschapskansen met IVF niet significant beter dan met de andere onderzochte behandelopties. Dit wordt veroorzaakt door een hoger uitvalspercentage onder de IVF-paren. Mogelijk heeft dat te maken met de zwaarte van de behandeling.
IUI in de spontane cyclus heeft de voorkeur boven IUI waarbij de cyclus met hormonen wordt gestimuleerd, vanwege de gemakkelijkere uitvoering van een dergelijke behandeling en het uitblijven van gezondheidsrisicos, zoals bijvoorbeeld meerlingzwangerschappen.
In het onderzoek werd ook een kosten-effectiviteitsanalyse verricht, waarbij IUI werd vergeleken met IVF. De kosten-effectiviteit (kosten per zwangerschap resulterend in tenminste één levend geboren kind) was voor IUI beter dan voor IVF (fl. 9000 versus fl. 27.409).
Alhoewel kosten nooit van doorslaggevend belang zouden moeten zijn, dienen behandelaars wel bewust een afweging te maken, zo meent de onderzoekster.
Op 1 januari worden de bevindingen van mw. A.J. Goverde gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift The Lancet.