Enorme besparingen op cholesterolverlagers mogelijk
Volgens de rekenmeesters van het Geneesmiddelen Informatie Project (GIP) van het College voor zorgverzekeringen (CVZ) werd in 1998 voor circa 340 miljoen gulden aan cholesterolsyntheseremmers uitgegeven.
Het gebruik van deze geneesmiddelen heeft de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen: in 1993 werd er jaarlijks 110 miljoen gulden uitgegeven, in 1998 340 miljoen. De jaarlijkse groei ligt tussen 25 en 30 procent. Dit meldde Johan van Luijn (farmaceutisch adviseur van het CVZ) tijdens zijn voordracht op het seminar Health Care Project van 18 november 1999 te Amersfoort.
Cholesterolsyntheseremmers staan na de maagzuurremmers op de tweede plaats van de Geneesmiddelen Top 10. Een hoog cholesterolgehalte verhoogt de kans op hart- en vaatziekten. Naast dieetmaatregelen helpen cholesterolverlagers de kans op deze ziekten te verkleinen.
Verwacht mag worden dat, als gevolg van verruiming van de indicatiecriteria, de komende jaren nog meer mensen voor deze geneesmiddelen in aanmerking zullen komen.
Voorschrijvers kunnen en moeten op geneesmiddelgroepsniveau veel bewuster kiezen voor het goedkoopste product. Zeker daar waar de Commissie Farmaceutische Hulp van het CVZ voor onderling vergelijkbare geneesmiddelen er op wijst dat het kostenaspect het belangrijkste keuzecriterium zou moeten zijn.
Berekeningen van het GIP hebben aangetoond dat hierdoor bij de cholesterolsyntheseremmers tenminste 100 miljoen bespaard kan worden, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van de therapie.
Omdat in de afgelopen jaren meerdere fabrikanten cholesterolsyntheseremmers op de markt hebben gebracht, wordt het zinvol om goed naar de onderlinge prijsverschillen te kijken. Voor deze prijsverschillen biedt het Farmacotherapeutisch Kompas de arts een handvat.