Huisartsen werken niet volgens het boekje
Gerard Kamps concludeert dit zonder verbazing. In de 35 jaar dat hij het beroep van plattelandshuisarts in Scheemda uitoefende, heeft hij bij vele collega's in de keuken kunnen kijken. Op 6 oktober promoveert hij, op 69-jarige leeftijd, op een onderzoek naar het voorschrijfgedrag van zijn voormalige vakgenoten.
Voor het voorschrijven van geneesmiddelen bestaan verschillende richtlijnen. Een beetje huisarts in de noordelijke regio zal het Groninger Formularium op zijn bureau hebben liggen. Elders in het land zijn weer ander regionale formularia van kracht. En landelijk zorgt het Nederlands Huisartsen Genootschap voor een gestadige stroom richtlijnen.
Kamps legde deze richtlijnen naast elkaar, en vroeg zich af of huisartsen zich erdoor laten leiden. Uit zijn onderzoek blijkt dat er grote verschillen bestaan tussen deze formularia. Tegenstrijdige adviezen vormen geen uitzondering. "Voor een gewone dokter is vaak niet na te lopen welk advies nu precies op klinisch bewijs berust, en welke niet", zegt Kamps.
De neiging om de richtlijnen dan maar ter zijde te schijven is groot. De door hem onderzochte huisartsen bleken zich weinig aan te trekken van het 'eigen' regionale formularium. Kamps pleit daarom voor landelijke, overkoepelende richtlijnen van het NHG. De details van dit raamwerk zouden vervolgens in regionale formularia ingevuld mogen worden. Dit zou volgens hem de naleving ten goede komen.