Inspectie geen voorstander van microbiologische diagnostiek legionella
TEKST VAN BRIEF INSPECTIE AAN HUISARTSEN:
Na het bekend worden van de epidemie van legionellose in relatie tot de Flora in Bovenkarspel komen er veel mensen bij de huisarts met het verzoek de urine-antigeentest voor hen aan te vragen. Mensen vragen om een bevolkingsonderzoek op legionella.
ACHTERGROND LEGIONELLOSE
Bezoekers aan de Flora zijn mogelijk blootgesteld aan een bekende ziekte met een bekende verwekker. De aandoening, Pontiac fever of legionellapneumonie, heeft een bekend beloop. Er bestaat geen chronische vorm, en ook geen andere vorm van verschijnselen op langere termijn. De ziekte is niet overdraagbaar van mens op mens.
Meer dan twee weken na blootstelling (laatste dag van de Flora was 28 februari 1999) is er bij mensen met milde klachten (zoals griepachtige verschijnselen) geen enkele reden om nog met specifieke antibacteriële therapie tegen legionellose aan te vangen. Ook niet als milde klachten uit het verleden nu verergeren.
Er is geen reden om nu nog nieuwe infecties te verwachten, noch na directe blootstelling op de Flora, noch indirect na contact met mensen die de Flora hebben bezocht. Het vaststellen van een recente infectie heeft voor betrokkenen dan ook geen nut voor zover het medische interventie betreft. Therapie is niet aangewezen.
URINE-ANTIGEENTEST
Het gebruik van de urine-antigeentest in Nederland is nog niet gevalideerd. De ervaring met de test bij mensen met zeer ernstige pneumonie is gunstig. Niettemin is in Nederland nog volledig onbekend wat de voorspellende waarde van de test is. Hiernaar wordt onderzoek verricht. De bevindingen laten nog enkele maanden op zich wachten.
Vanuit het gebruik van de test in het buitenland is bekend dat wanneer de test positief is, deze lange tijd, tot een maand na de infectie, positief blijft. Vanuit het buitenland is ook bekend dat de sensitiviteit van de test bij mildere beloopsvormen aanzienlijk minder is dan bij ernstige legionellose.
Na het doormaken van een milde legionella-infectie in Nederland zal zowel een onbekend aantal fout positieve uitslagen (kruisreacties) als foutnegatieve uitslagen optreden.
SEROLOGIE
Er bestaat de mogelijkheid een serologische bepaling te verrichten, gericht op het bestaan van antistoffen tegen legionella. Hiervoor is afname van gepaarde sera met drie tot zes weken tussentijd noodzakelijk. Een viervoudige titerstijging is bewijzend voor een recente legionellose. Een eenmalige hoge titer is niet bewijzend maar wel suggestief voor een recente infectie.
BELEID
De huisarts wordt geconfronteerd met een groot aantal patiënten die de Flora hebben bezocht en nu ongerust zijn omdat zij vrezen de ziekte te hebben of nog te zullen doormaken. Voor deze situatie is de urine-antigeen test zinloos. Een positieve of negatieve test levert onvoldoende informatie op. Ook de beter gevalideerde serologie levert niets op. Onrust zal niet kunnen worden weggenomen, noch door een negatieve noch door een positieve test.
Microbiologische diagnostiek bij mensen zonder (of met milde) klachten die een bezoek aan de Flora in Bovenkarspel van 19-28 februari 1999 hebben gebracht wordt door IGZ daarom niet aanbevolen. Het is denkbaar dat in individuele gevallen u als huisarts toch meent dat het gebruik van een test opportuun is. In die gevallen kunt u op de gebruikelijke wijze materiaal inzenden voor diagnostiek.