“Longkankerpatiënten krijgen te lang chemotherapie”
Longkankerpatiënten krijgen steeds langer chemotherapie. Dat is een slechte zaak vindt longarts Jan Willem van den Berg, omdat uit onderzoek van Isala-Klinieken blijkt dat het nauwelijks het leven van de patiënt verlengt. Bovendien gaat de kwaliteit van de laatste levensfase achteruit.
Longkanker wordt vaak pas in een vergevorderd stadium vastgesteld, waardoor genezing nauwelijks mogelijk is. Een palliatieve behandeling waarbij chemotherapie wordt gebruikt om het leven te verlengen, is dan vaak eerste keus. Maar volgens Van den Berg wordt deze palliatieve chemotherapie dus te lang doorgezet, mede ingegeven door optimisme van de patiënten én oncologen, en uitbreiding van de chemotherapeutische mogelijkheden.
Sterffase
De vele bezoeken naar het ziekenhuis, valse hoop door de behandelingen en minder tijd om voor te bereiden op de sterffase zijn enkele nadelen van het lang behandelen, vindt de longarts. Van den Berg en zijn collega’s pleiten dan ook voor meer aandacht voor de negatieve kanten van chemotherapie. Daarnaast moet er meer aandacht komen voor palliatieve zorg en stervensbegeleiding. In de Isala Klinieken is daarom al een verpleegkundig specialist opgeleid die zich uitsluitend met het lijden in de laatste levensfase bezighoudt.