Nieuwe NIP-test vervangt vlokkentest en vruchtwaterpunctie
Voor zwangere vrouwen met een verhoogd risico op een kind met het syndroom van Down wordt vanaf 1 april een nieuwe testmethode vergoed. Deze zogenaamde Niet-Invasieve- Prenatale-test (NIP-test) zal worden ingezet in plaats van de standaard vlokkentest en vruchtwaterpunctie.
Chromosoomafwijkingen
Bij de NIP-test wordt er bloed afgenomen bij de zwangere vrouw. Hierin worden cellen van het kind opgespoord en onderzocht op chromosoomafwijkingen, zoals het syndroom van Down. Om voor de test in aanmerking te komen moet er wel een verhoogd risico op een aandoening aanwezig zijn.
Voorheen werd een vlokkentest of vruchtwaterpunctie voor vrouwen boven de 36 jaar standaard vergoed. Dit zal voortaan alleen nog maar gebeuren naar aanleiding van de medische voorgeschiedenis of voorgaand bloedonderzoek in combinatie met een echo (een combinatietest). De combinatietest kan een verhoogd risico namelijk beter voorspellen dan enkel de leeftijd van de moeder.
Miskraam
Doordat het bloed van de zwangere vrouw bij de test wordt gebruikt is het veel minder ingrijpend dan huidige testen waarbij met een naald cellen uit de baarmoeder worden gehaald. Die testen brengen een klein risico op een miskraam met zich mee.