Nieuwe spraakklep laat keelkankerpatiënten weer spreken
Veel keelkankerpatiënten raken door de behandeling het vermogen om te spreken kwijt. Met een spreekklep kan dit vermogen worden teruggebracht. Alleen wordt dit nog nauwelijks gebruikt, omdat de pleisters waarmee de kleppen bevestigd zijn, slecht passen en tijdens het praten snel loslaten. Gronings onderzoekers hebben nu, samen met hun patiënten, een goed functionerende ‘handsfree’ spreekklep gemaakt.
Om een spreekklep te plaatsen maakt een arts een kunstmatige opening in de hals om door te ademen en te spreken. Tussen de luchtpijp en de slokdarm wordt een verbinding gemaakt, waarna lucht vanuit de luchtpijp via een ventiel naar slokdarm en mondholte stroomt. De slokdarm gaat door de luchtstroom trillen en maakt geluid. Met dit geluid kunnen patiënten zich weer verstaanbaar maken. Zij doen dit door de opening in de hals voortdurende met de hand af te dichten.
Beter aansluitende pleisters
Bij een handfree spreekklep is deze laatste handeling niet meer nodig. De opening in de hals sluit automatisch. Volgens Tjouwke van Kalkeren, arts-assistent KNO van het Universitair Medisch Centrum Groningen, is dat niet alleen hygiënischer – er blijft vooral bij hoesten slijm uit de opening komen-, maar ook minder inspannend.
Ondanks deze voordelen wordt de spreekklep, die al sinds 1982 beschikbaar is, nauwelijks gebruikt. Dit komt vooral door de slechte pasvorm van de pleisters waarmee de klep op de huid van de halsopening bevestigd moet worden. “Wereldwijd hebben wij bij patiënten de vorm van de openingen in hun hals opgemeten. Deze bleek niet vlak, maar trechtervormig”, legt Van Kalkeren uit.
De nieuwe inzichten hebben geleid tot beter aansluitende, flexibere stomapleisters van siliconen, die daardoor minder beschadigend voor de hals zijn. Maar dat niet alleen: “We hebben een nieuw type automatische spreekklep ontwikkeld. Patiënten kunnen er zelfs mee fluisteren.”