Steeds vaker borstreconstructie met eigen weefsel in plaats van implantaten
Vrouwen met borstkanker kiezen steeds vaker voor een borstreconstructie met lichaamseigen weefsel in plaats van siliconen. Verzekeraars houden de groeiende vraag volgens plastisch chirurgen echter tegen, meldt de Volkskrant.
In Nederland worden jaarlijks zo’n drieduizend borstreconstructies uitgevoerd. Daarvan gebeurt tussen de 10 en 15 procent met eigen weefsel. Als dit weefsel niet afsterft, hoeft de patiënt niet meer terug naar het ziekenhuis. De reconstructie is permanent. Siliconenimplantaten moeten daarentegen meestal binnen tien jaar vervangen worden.
Eén patiënt in plaats van zes patiënten
Tegenover deze voordelen staat echter wel dat een borstreconstructie met een lichaamseigen weefsel ingewikkeld is en daarom veel tijd in beslag neemt. In de tijd dat een patiënt eigen weefsel krijgt ingebracht, zouden zes patiënten met implantaten kunnen worden geholpen en dat zou meer geld opbrengen. Volgens plastisch chirurg Philip Blondeel van het Universitair Ziekenhuis Gent, een van de grondlegger van de techniek, worden Nederlandse chirurgen onderbetaald en kiezen ze daarom voor de snelle weg van implantaten.
Verzekeraars vergoeden het wel als een patiënt naar het buitenland gaat voor deze operatie, maar laten de capaciteit in Nederland volgens hoogleraar René van der Hulst niet toenemen. Verzekeraar CZ stelt echter in de krant dat een kostendekkende vergoeding wordt betaald. “Maar wij zien dat ziekenhuizen zelf niet altijd tijd en ruimte maken. Kennelijk vinden ze andere operaties winstgevender.”